Niet van mij, maar hier is Hilda mee begonnen, verder is het aangevuld door diverse Forummers!
Ik heb het alleen op alfabet gezet!!!
aanrecht = keukenwerkblad
amai = dat doet pijn wanneer je je bezeerd hebt.
amai = da's knap, amai da's groot en dergelijke
amai = da's een chique vaas salle - dus eigenlijk eerder bewondering voor iets
ambetant = vervelend
afdak = luifel
auto=wagen
bank = is voor ons een bank voor buiten
baskuul = weegschaal
bavette, slabbertje = slabbertje
bees = kus
bichekes = kleine beestjes, kan ook lief bedoeld zijn of omdat het insekten zijn die friemelen
blageur = de grote Jan uithangen
blauren, blaren = bladeren
borduur = stoeprand
borstvalling = verkouden met hoesten
botten = laarzen
buis = daar loopt water door(hi hi)
carricole = slak of oud wrak van een auto
chapement = uitlaat van auto
chasse = doorspoelen van het toilet
chasse = gaan jagen
chasse = waterbak van het toilet
chepap = luchtventiel van auto of fietsband
chic = mooi (en niet omdat het duur is)
choucroute = zuurkool
creme glace = ook een ijsje
compassie = medelijden
da za e klapke zain =
dampkap = afzuigkap
dat is chic van u = goed gedaan van u
de bichekes krijgen = op de zenuwen krijgen
de storsen =
den allé = gang of inkomhall
dikke nek = een opschepper
drei = drie
divan = bank
draad = gaas van metaal
draperieen = overgordijnen
drukken = gewoon ergens op duwen
erwéten = erwten
frak = jas
freins = remmen
friet = patat
frullekes = hebbedingetjes
galoche = klompschoen, dus bijv. de rubberen schoenen die men gebruikt om in de tuin te werken
gazet = krant
geirnots = garnalen
gieberen = giechelen
gilet = jasje (gebreid)
goesting = zin
gritsel = hark
groentje = vliegenhor
grutter = kruidenier, buurtwinkel of supermarkt
hesp, esp =
"ja, dag Jef" = maak dat een ander wijs
Janet = scheldwoord voor Homo
janoffel = anjer
de kleintjes = noemen wij dan weer floerkes
japon = nachtjurk
jas/vest = korte jas
jatteke = is een koffietas, koffiekop
javel = bleekwater
jeante = autovelgen
juffrauw = lerares
kadee = iemand die nogal ondeugend is of veel uitsteekt
kalosjen = tuinschoenen, klompen of laarzen
kanjel = dakgoot
kapoentje = deugenietje of een gecastreerde haan
kapotteke of kapotje = condoom
keldervarkens = pissebedden
kieken = kip
klapke = babbelen (da za e klapke zain = klapke doen is een babbeltje slaan met iemand
klak = pet
klauzemannen = speculaas in sintvorm
kleed = jurk of japon
kloefen = houten klompen
kloefkapper = onhandige, onnozelaar
klokboor = gatenzaag laatste gekopierde van Annis 01-10-2007 14.59 uur
klokboor = gatenzaag
koei = koe
kodde = paardestaart
koddig= grappig
kopje = is bij ons een tas
koppie = kopje of koppeke
koppie = wordt wel kopie geschreven maar is in feite voor ons een dubbel van iets
kramikske = krentebrood
kruippakje = babypakje waar ze helemaal in zitten met voetjes aan
kuisen = poetsen
lampadaire = staanlamp
lekstok = lollie
lochtingk = moestuin, maar dan achteraan de tuin
luster = hanglamp, kroonluchter
maffen = gewoon slapen
mantel= lange jas
mauwvager is iemand die slijmt om bij iemand in de gunst te komen
mokske is een koekje of ook een meisje
moor is modder,slijk
mottigord of mottigaart = iemand die in een bokkige bui heeft of ambetant doet.
mottigort = lelijkaard
mottigort = een viezerik(als in vuil,niet dat anders soort vies) smeerkees in Nederland
mottigort = een viezerik
mottig weer = slecht weer
muiette of meutte = kort uitspreken, is halve gare
mwakes = maden
ne charel = iemand dat vanalles uitsteekt
nen jonkman = een vrijgezel
ne lieesj = een leiband
ne mettekoo = aap (voor mens bedoeld )
ne tikker = het hart
nen sutiejein = een bh
nieuws = het journaal
oan = haan
oekedoeleke = kikkervisje
onderlijveke = hemdje(ondergoed)
palias pattéé maffen = in een slaapzak op de grond slapen
pantoffels, sloefen = ?
patatten = aardappelen
pateeke = stuk taart of ook iemand die altijd iets uitsteekt
pateeke = een roomtaartje
peeke = een oudere persoon
peekeshuis = bejaardenhuis of rusthuis
peerd = een paard
peignoir = kamerjas
pelouse, gazon = grasperk
persjienen = rolluiken
piekenoogsje = een oogje pinken, knipogen zo
pielewuiter = regenworm, klein piemelke, (meestal gebruikt bij kinderen)
pielewuiter = wordt gebruikt om aan te duiden dat iemand niet normaal is, in de zin van: dat is buiten zijn normale doen. (niks te maken met iemand die fysiek of mentaal niet ok is)
piemelke = t' klein duimke
pikken = stelen
pikkenoogsken of pikkenoogsche = knipoogje
pilleke = bij ons een batterij of medicijn
pilleke koud = ijsje
pimpaljoentje = lieveheersbeestje
pim-pam-poentje = lieveheersbeestje
pissemuiseke = bij meisjes
pistolet = broodje (rond)
plaffeturen = luiken(aan het venster)
plastron = een stropdas
plezant = leuk
plooimeter = duimstok
poepen = PAREN, oftewel HET doen
pombak = aanrecht
pompsteen = afwasbak
proper = schoon
prutsen = als je ongesteld bent (vrouwen)
quain quain = geloof ik niet, of dat is de moeite waard(dat is chic)
remorque = aanhangwagen
roddelen = achter iemand 's rug klappen
rijtak = kinderschommel in de tuin
sandwiche = een zacht langwerpig broodje (niet gevud)
salukes = tot ziens
schelleke(schelleke kaas-hesp etc.) = een sneetje
schellen =
schoon = mooi
schotelslet = vaatdoek
schotelvod = vaatdoek
schup = een spade
schuur = is voor ons voor het hooi in te bewaren
sering = kruinagel
seule (west-vl) = emmer
sjakoche = een handtas
sjiek = kauwgom
sletsen = pantoffels
sletsen = sandalen
sleure = sukkelaar
sleure = sukkelaar van een vrouw
sloddervos = niet ordelijk persoon
sloefen = pantoffels
sloppel = slaap wel
slore of sleure of sloor = een sukkel van een vrouw, of onverzorgd persoon
sluutjes = tot ziens
smoelentrekker = hééééél zuur zuurtje, waarvan je inderdaad, smoelen (gezichten) trekt
smossen(brussels) = kussen of morsen
sneuvering = neusverkoudheid
snotvalling = verkouden
soigenere of swanjeren = verzorgen
soupape = ventiel van auto- of fietsband
sous-pull = fijn coltruitje
spriet = rits(uwe spriet staat open)
stamper = hier een lollie
stekskes = lucifers
stinkerkes = afrikaantjes (de bloem hé)
stoeber = stof, ergens afblazen
stoeferke = doekje in bovenste vestzakje, Nederlands POCHETJE
stoeferke = iemand die tevéél eigendunk heeft
storsen = gordijnen
storsen of storen = gordijnen(glasgordijnen, vitrage of rolgordijnen
stortbak = een douche
stramain = groentje
stramien = vergiet
stramijn = vergiet
stromeine = vergiet
stutte = (westvlaams) boterham
tapisseerpapier = behang
tapijt = kleed
tas = zak
tassen = koppen
temst = vergiet
teutentrekker = héél zuur zuurtje
toekrijger = verwend iemand
toernesolleke = kleine zonnebloem
toot = kus
trees of kieke = een vrouwke die iets doet zonder nadenken
trisé = vergiet
tuinhuisje = schuurtje
turnevies = schroevendraaier
tutter = een fopspeen
tuttefles = een papfles voor baby's en peuters
tuttifrut = een kouwgummetje
tv of televisie = de buis
valling = verkoudheid met hoesten
velo = fiets
verket = vork
viskodde = vislijn
vliegtuig = vlieger
zak = ojee dat wordt een lelijk woord !
zak = tas (om boodschappen in op te bergen)
zever = onbenulligheden vertellen, kan ook speeksel zijn dat uit de mond loopt
zotten = gekken (dat worden wij binnenkort allemaal )
zuurkool = choucroute
zwaanze = grappe maken, onozel doen
zwetsen = onzin verkopen
zunne of salle is hier eigenlijk ook je bewondering en tevens bevestiging aangeven.
jeetje da moet ge kunnen zunne
Mocht je dit aan kunnen vullen, of verbeteringen aan kunnen brengen, schroom dan niet maar doe je best!!!
BEDANKT HILDA, op deze manier hoef ik mij niet te vervelen
Groetjes, Jeannette