Latijnse naam | Oenothera |
Plantennaam | Teunisbloem |
Familie | Onagraceae |
Soort gewas | Vaste planten |
Tuinfunctie | Kruidentuin |
Wintergroen | Bladverliezend |
Winterhardheid | Goed winterhard |
Standplaats | Zon, Halfschaduw |
Speciale kenmerken | Snijbloem, Geurende bloem, Vlinders aantrekken, Tuinkruiden |
Oenothera is een groot geslacht van vaste planten, één- of tweejarige, afkomstig uit Zuid- en Noord-Amerika.
Het zijn meestal bossige planten met lancet- of spatelvormige bladeren.
De tweejarige soorten zaaien zich sterk uit.
Bloeien geel maar bestaan ook in het roze, wit en rood. Verschillende soorten en cultivars staan in de plantengids.
Vanaf juni gaan de bloemen 's avonds zichtbaar snel open. Geuren lichtjes naar citroen en worden bestoven door allerlei nachtinsecten. De gele bloemen lijken in de duisternis lichtgevend te zijn.
ENnnnn .....ze zijn eetbaar, zowel de knollen als de bloemen.
De bloemen zijn mooi in een salade, en zijn ook lekker van smaak.
Oenothera erythrosepala (Grote teunisbloem) is een tweejarige met grote bloemen en komt hier in het wild voor langs bossen en bermen. Worden erg hoog tot 150cm.
Ze bloeien één à twee dagen en sterven dan af, om plaats te maken voor nieuwe bloemen.
Graag staan ze op een licht vochtige zandige grond, voedselarm.
Zaait zich fel uit.
Oenothera biennis (Middelste teunisbloem) is een tweejarige waarvan er inmiddels verschillende variëteiten van bestaan voor de tuin.
Het is een veel voorkomende soort en wordt eveneens erg hoog 100/150cm.
Deze trekt veel bijen en vlinders aan.
Oenothera parviflora (Kleine teunisbloem) is een tweejarige en zaait zich fel uit. Bloemen zijn kleiner. Deze is zeldzamer dan de Grote teunisbloem.
De roodachtige stengels zijn behaard.
Men vind ze ook in het wild zoals zeeduinen, spoorwegen...
Groeien op zonnige, open plaatsen op droge, voedselarme, kalkhoudende grond.
Wordt erg hoog tot 150cm.
Oenothera speciosa is een vaste soort met roze bloemen en breidt zich uit via wortelstokken.
Is eveneens geurig. Ze worden 30/50cm hoog.
Van deze soort bestaan verschillende variëteiten.
Vermeerderen gebeurt best via scheuren, het zaad is niet betrouwbaar.
Groeit in arme, zelfs stenige of droge grond.
Hebben soms de neiging te woekeren.