Latijnse naam | Gladiolus x grandiflorus |
Plantennaam | Grootbloemige gladiolen |
Familie | Iridaceae |
Soort gewas | Bol- en knolgewassen |
Bloeimaand | Juli, Augustus, September |
Wintergroen | Bladverliezend |
Winterhardheid | Niet winterhard |
Standplaats | Zon, Halfschaduw |
Habitat | Normale bodem |
PH bodem | Neutraal |
Speciale kenmerken | Snijbloem, In groep planten |
Gladiolus x grandiflorus zijn afkomstig uit Zuid-Amerika en Zuid-Europa waarvan er 180 variêteiten van bestaan. Ze worden afhankelijk van de cultivar tussen de 50 en 120cm hoog.
Het zijn de meest bekende gladiolen met bloempieken van 20 tot 30 bloemen.
De bloemen zijn groot en naar gelang de variëteit in verschillende kleuren zoals wit, crème, geel, oranje, abrikoos, zalm, rood, roze, lavendel, paars, pastel en rokerige tinten en zelfs groen.
Verlangt een rijke, vruchtbare maar goed doorlatende (zand)grond in de volle zon.
Voor de vorst de bollen uit de grond halen.
Snijd de afgestorven bladeren af en laat de bollen drie weken drogen op een goed geventileerde plaats.
Maak de oude bollen los. Bewaar de nieuwe bollen en bulbillen (broedbollen) de hele winter op een koele maar vorstvrije plaats. De bulbillen zullen dan na twee jaar bloeien.
Worden in maart/mei geplant op 8cm diepte.
Het is aan te raden om de bollen elk jaar op een andere plaats te planten.