Latijnse naam | Acaena saccaticupula |
Plantennaam | Stekelnootje |
Familie | Rosaceae |
Soort gewas | Vaste planten |
Groeihoogte max. | 10 - 20 cm |
Bloeikleur | Wit |
Bloeimaand | Juni, Juli, Augustus |
Bladkleur | Grijs / zilver |
Wintergroen | Bladhoudend |
Winterhardheid | Goed winterhard, Matig winterhard |
Standplaats | Zon |
Habitat | Droge bodem, Normale bodem |
PH bodem | Neutraal |
Speciale kenmerken | Bodembedekkers, Bijen aantrekken, Vlinders aantrekken, Opvallende vruchten, Kuipplanten, Rotsplanten |
Acaena saccaticupula is inheems in de zuidelijke Andes en subantarctische eilanden.
De veervormige blauwgrijze bladeren groeien breed over de bodem uit en vormen een mooi tapijt.
Bloeit met witte ronde bloemen gevolgd in augustus met decoratieve donkerrode vruchtjes met rozerode stekels, haakvormige bolletjes op steeltjes die wel veel aandacht naar zich toe weten te trekken.
H.10cm.
Stekelnootjes zijn bodembedekkers die het naar hun zin hebben op een goed waterdoorlaatbare en matig rijke tuingrond en dat het liefst in de volle zon of in de halfschaduw, op een beschutte locatie. Verdraagt licht kalkhoudende of licht zure grond.
Het is een mooi wintergroen bodembedekkertje dat ook goed bestand is tegen droogte waardoor het ook tot zijn recht komt in rotstuintjes.
Stekelnootjes kunnen worden vermeerderd door ze te zaaien of te stekken, maar aangezien ze vrij snel in de breedte uitgroeien en daarbij op de dunne stengelknopen nieuwe wortels vormen is het veel eenvoudiger om ze te scheuren of te delen.
TIP: Plant tussen deze bodembedekker her en der bloembollen en bekom zo extra bloei in het voorjaar.