Latijnse naam | Clematis |
Plantennaam | Bosrank |
Familie | Ranunculaceae |
Soort gewas | Sierheesters - Struiken |
Standplaats | Zon, Halfschaduw |
Habitat | Normale bodem, Vochtige bodem |
PH bodem | Neutraal |
Speciale kenmerken | Geurende bloem, Klimplanten, Kuipplanten |
De verscheidenheid van deze klimplanten of struiken is enorm groot naargelang de variëteiten.
De bloemen kunnen groot of klein, enkel-, dubbel-, ster-, klok- of schotelvormig zijn, soms geurend.
Bloeien met witte, gele, roze, rode, blauwe of paarse bloemen, effen of gestreept tussen april en september.
Verlangen een zonnige tot halfbeschaduwde plek in een niet te zure of kalkrijke grond.
Goed vochtige grond maar droog in de winter, dit kan dan wel een probleem zijn bij kleigrond.
Clematissen zijn ook erg gulzig en vragen dan ook regelmatig om bemest te worden.
In het voorjaar (maart tot juni) kan men bloedmeel of kunstmeststoffen toedienen. Eveneens tijdens de zomermaanden (juli).
Planten:
----------
Planten in een groot en diep plantgat, mengen met een goede hoeveelheid organische materiaal.
Zorg dat het bovenste van de plantkluit tenminste 10cm onder de aarde zit.
Na het planten goed begieten.
Clematissen zijn ook erg gulzig en vragen dan ook regelmatig om bemest te worden.
VERPLANTEN kan in het late najaar (vanaf november) tot in het vroege voorjaar (eind maart).
Verwelkingsziekte:
------------------------
Clematissen hebben de reputatie gevoelig te zijn aan de verwelkingsziekte veroorzaakt door schimmels. Vooral de grootbloemige zijn vatbaar, kleinbloemige en viticella's zijn beter bestand.
Plant ze daarom diep genoeg.
Wel kan men de grootbloemige met speciale producten preventief behandelen.
Snoeien: http://www.tuinadvies.be/clematis_snoeien.htm
-----------
In de plantengids worden de Clematissen telkens aangeduid tot welke snoeigroep ze behoren.
Dit is afhankelijk van de soort/cultivar.
Snoeigroep 1:
Alleen indien nodig en dan na de bloeitijd: in het voorjaar de dode stengels weghalen. Na de bloei kan men desnoods de plant fatsoeneren.
Dit zijn cirrhosa’s, armandii, alpina, atragene,macropetela en de vroegbloeiende montana's.
Snoeigroep 2:
Dode bladeren en dode stengels in het voorjaar verwijderen.
Het zijn vroege grootbloemige Clematissen die op het oude hout bloeien.
Ze herbloeien meestal in de nazomer.
Om de 3 jaar, na de winter kan men ze eens strenger snoeien, verwijderd dan al de dode en te dunne stengels tot je een paar stevige gezonde stengels overhoudt.
Snoeigroep 3:
Snoeien in het voorjaar tot 30/50cm van de grond, tot een paar sterke knoppen.
Dit zijn meestal de Clematissen die in het voorjaar met scheuten uit de grond komen zoals de viticella's.
Idem Clematis heracleifolia en de recta.