Latijnse naam | Acaena microphylla 'Minor' |
Plantennaam | Stekelnootje |
Familie | Rosaceae |
Soort gewas | Vaste planten |
Groeihoogte max. | 0 - 10 cm |
Bloeikleur | Bruin, Wit |
Bloeimaand | Juni, Juli, Augustus |
Bladkleur | Bruin |
Wintergroen | Bladhoudend |
Winterhardheid | Goed winterhard |
Standplaats | Zon |
Habitat | Droge bodem, Normale bodem, Stenige bodem |
PH bodem | Kalkminnend, Neutraal |
Speciale kenmerken | Bodembedekkers, Bijen aantrekken, Vlinders aantrekken, Opvallende vruchten, Kuipplanten, Rotsplanten |
Deze uit Nieuw-Zeeland afkomstige planten met veervormige bladeren groeien breed over de bodem uit en vormen een tapijt van bronsgroene zoden.
De cremewitte bloemen verschijnen van juni tot juli maar zijn weinig opvallend. Daarna verschijnen in augustus decoratieve roodbruine vruchtjes, haakvormige bolletjes op steeltjes die wel veel aandacht naar zich toe weten te trekken.
H.10cm.
Stekelnootjes zijn bodembedekkers die het naar hun zin hebben op een goed waterdoorlaatbare en rijke tuingrond en dat het liefst in de volle zon of in de halfschaduw.
Het is een kalkminnend, mooi wintergroen bodembedekkertje dat ook goed bestand is tegen droogte waardoor het ook tot zijn recht komt in rotstuintjes.
Stekelnootjes kunnen worden vermeerderd door ze te zaaien of te stekken, maar aangezien ze vrij snel in de breedte uitgroeien en daarbij op de dunne stengelknopen nieuwe wortels vormen is het veel eenvoudiger om ze te scheuren of te delen.
TIP: Plant tussen deze bodembedekker her en der bloembollen en bekom zo extra bloei in het voorjaar.