Latijnse naam | Nerine sarniensis |
Plantennaam | Spinlelie, Kliplelie |
Familie | Amaryllidaceae |
Soort gewas | Bol- en knolgewassen |
Groeihoogte max. | 40 - 50 cm |
Bloeikleur | Oranje |
Bloeimaand | September, Oktober |
Bladkleur | Groen |
Wintergroen | Bladverliezend |
Winterhardheid | Matig winterhard |
Standplaats | Zon |
Habitat | Normale bodem |
PH bodem | Neutraal |
Speciale kenmerken | Snijbloem, Kuipplanten |
Nerine sarniensis is in de Engelse taal bekend als Guernsey lily of Jersey lily.
Deze soort wordt veel gekweekt in gematigde klimaatzones en wordt, zoals de Engelse naam als aangeeft, vooral geassocieerd met het Kanaaleiland Guernsey. Toch is het van oorsprong een plant uit de provincies Noord- en West-Kaap in Zuid-Afrika.
De plant is echter intussen ook genaturaliseerd in Frankrijk, Madeira en op de Azoren.
Nerine sarniensis bloeit met trossen van lelieachtige zalmoranje bloemen.
De bloemen staan zeer lang op de vaas.
Heeft stevige lancetvormige bladeren.
Plantdiepte 12/15cm.
De bollen moeten op een goed doorlatende en voedselarme grond geplant worden, zonnig en beschut.
Ze zijn matig winterhard maar op een beschutte plek in de tuin en met een winterdekking kunnen ze de winter wel overleven.
Wel zorgen dat de grond beslist niet nat is.
Staan ze in pot dan moeten ze vorstvrij overwinteren op een koele plek.
Men kan de bollen ook uit de grond halen en vorstvrij bewaren op een droge koele plek.
Laat het blad aan de plant, dan kunnen de bollen tijdens de winter reservestoffen opslaan.