Latijnse naam | Spathiphyllum ‘Pronto Cupido’ |
Plantennaam | Lepelplant |
Familie | Araceae |
Soort gewas | Vaste planten , Kamerplanten |
Groeihoogte max. | 50 - 70 cm |
Bloeikleur | Wit |
Bladkleur | Groen |
Wintergroen | Bladhoudend |
Winterhardheid | Niet winterhard |
Standplaats | Halfschaduw, Schaduw |
Habitat | Normale bodem, Vochtige bodem |
PH bodem | Zuurminnend, Neutraal |
Spathiphyllum ‘Pronto Cupido’ is goed te herkennen aan de heldergroene bloeisteel die als een groene streep doorloopt in het schutblad.
Het wit schutblad heeft vaak een groene tip.
De Lepelplant (Spathiphyllum) gelijkt vrij goed op de Flamingoplant (Anthurium). Toch kent de bloeiwijze van beide aronskelken belangrijke verschillen.
Door de stand van de bloeikelk krult het schutblad ervan bij Anthurium naar beneden; hierdoor springt de lange, gele kolf opvallend naar voor. De bladeren zijn breder en forser en hebben duidelijk een andere vorm.
De bloeikolf van Spathiphyllum wordt door een witte bloeischede omschulpt. De lang gesteelde bloemhoofden torenen boven de talrijke, ranke bladeren uit.
De geelromige bloeikolf van Spathiphyllum is bezet met ontelbare, mini-bloempjes. De mannelijke zitten op de bovenkant, de vrouwelijke onderaan. De plant valt op door het blanke, licht gebogen schutblad. Voor het ontvouwen rijst het schutblad uit het groen.
Na de bloei de bloemstengel verwijderen, na vier tot zes weken verschijnt er een nieuwe. Werd de plant behandeld met groeihormoon, dan komt de nieuwe bloem pas na drie maanden.
Is een van de meest luchtzuiverende kamerplanten.
Spathiphyllum verlangt een hoge luchtvochtigheid en vochtige aarde. Zoniet verkleuren de bladranden en sterft het blad geleidelijk af. Naast royaal benevelen helpt het de plant op een eilandje te zetten in een waterschaal en weg te houden van de verwarming.
De behoefte aan warmte is groot, nooit onder 18 C, ook niet `s nachts.
Enkele praktische tips voor het gebruik:
Water
Wortelkluit goed vochtig houden door vaak gieten met lauw, kalkvrij water. Regelmatig broezen. Hoge luchtvochtigheid (> 60 %). In de rustperiode, oktober tot januari, iets minder gevoelig voor droge lucht.
Temperatuur
Niet winterhard. Warme en constante kamertemperatuur, bij voorkeur meer dan 20 C.
Licht
Licht tot halfschaduw, buiten direct zonlicht.
Bodem
Zure, humusrijke, luchtige, brokkelige potgrond. Toevoegen van waterhoudende turfmolm of veenmos. Gevoelig voor kunstmest, in de groei tweewekelijks een weinig mest. Verpotten om de drie jaar, in de nawinter of het voorjaar. Een gelegenheid ook tot scheuren. Geen al te grote pot behoudt de vrij gedrongen vorm.