Latijnse naam | Calliandra tweedii |
Plantennaam | Calliandra |
Familie | Mimosaceae – mimosafamilie |
Soort gewas | Sierheesters - Struiken |
Groeihoogte max. | 120 - 150 cm |
Bloeikleur | Rood |
Bloeimaand | Mei, Juni, Juli, Augustus |
Bladkleur | Groen |
Wintergroen | Bladhoudend |
Winterhardheid | Niet winterhard |
Standplaats | Zon |
Habitat | Normale bodem |
PH bodem | Neutraal |
Speciale kenmerken | Geurende bloem, Kuipplanten, Opvallende bloemen |
Calliandra tweedii is afkomstig uit Guatamala en Mexico.
Heeft zeer mooi donkergroen gevederd blad waardoor de groenblijvende plant op zich al heel sierlijk is. De dubbel geveerde bladeren vouwen dicht bij bewolkt weer of tegen de avond.
De bloemen vallen op door de lange meeldraden. Daardoor zijn het net felrode borstels.
In de natuur groeien deze planten uit tot struiken of kleine bomen van circa 6 meter hoog. In ons klimaat moeten we tevreden zijn met kuipplanten van anderhalve meter hoog.
Deze kuipplant is helaas niet vorstbestendig. Tijdens de koudere maanden overwinter je ze veilig als een kasplant in veranda of serre bij tenminste 5°C. Tijdens de winter blijft de Calliandra wel mooi wintergroen, dus moet je er wel voor zorgen dat de plant niet kan uitdrogen.
Vanaf dat alle vorstgevaar is geweken kunnen de planten vanaf half mei tot eind oktober terug naar buiten op een zonnige standplaats en beschut tegen hevige wind. Het liefst van al blijven de planten binnen in de kas of serre zodat ze weinig last van de wind hebben en het nog warmer is dan buiten.
Tijdens de zomerperiode is het aangeraden de planten regelmatig bij te mesten. In de winter kan de kuipplant teren op zijn typische stikstofknolletjes die in de zomer werden gevormd.
In het voorjaar als de kuipplanten te droog hebben gestaan zijn ze gevoelig voor spint. Benevel de bladeren wekelijks om spintmijten te voorkomen.
Calliandra kun je best vermeerderen uit zaad, maar uit stek lukt het ook.