Latijnse naam | Buddleja davidii 'Rêve de Papillon Red' |
Plantennaam | Vlinderstruik |
Familie | Scrophulariaceae (Helmkruidfamilie) |
Soort gewas | Sierheesters - Struiken |
Groeihoogte max. | 2 - 4 m |
Bloeikleur | Roodpaars |
Bloeimaand | Juni, Juli, Augustus, September, Oktober |
Bladkleur | Grijs / zilver |
Wintergroen | Bladverliezend |
Winterhardheid | Goed winterhard |
Standplaats | Zon |
Habitat | Droge bodem, Normale bodem |
PH bodem | Neutraal |
Speciale kenmerken | Geurende bloem, Vlinders aantrekken |
Een compactgroeiende vlinderstruik (200/250cm) met extra grote, goedgevulde donker paarsrode bloempluimen.
Bloemen geuren heerlijk zoet.
Standplaats:
De vlinderstruik is een sterke plant die weinig eisen aan de bodem stelt. Maar een warme standplaats in de volle zon zal de bloei bevorderen. Van een vochtige bodem houdt hij niet.
Snoei:
De meeste vlinderstruiken bloeien op eenjarig hout.
Wanneer u de uitgebloeide aren of pluimen wegknipt, zal dit de bloei verlengen omdat de struik dan steeds weer nieuwe bloemen ontwikkelt.
In het voorjaar kunt u na de vorstperiode ( april) de vlinderstruik snoeien tot 50 cm boven de grond. U hoeft niet bang te zijn dat de struik deze rigoureuze snoei kwalijk zal nemen. Zodra het warmer wordt, zullen er vanuit de bladknoppen nieuwe takken groeien die dan later in het jaar bloemen zullen dragen. Deze verjongingssnoei bevordert de conditie van de vlinderstruik en u kunt dit ieder jaar opnieuw doen. De laatste bloemaren laat u in het najaar aan de struik omdat zij hem tegen de vorst beschermen.
Wanneer u deze verjongingssnoei niet toepast, zal de struik gauw verhouten en weinig bloeien