Latijnse naam | Caesalpinia gilliesii |
Plantennaam | Paradijsvogelstruik |
Familie | Caesalpiniaceae |
Soort gewas | Sierheesters - Struiken |
Groeihoogte max. | 2 - 4 m |
Bloeikleur | Geel |
Bloeimaand | Juli, Augustus, September |
Bladkleur | Groen |
Wintergroen | Bladhoudend |
Winterhardheid | Matig winterhard |
Standplaats | Zon |
Habitat | Droge bodem, Normale bodem |
PH bodem | Neutraal |
Speciale kenmerken | Kuipplanten, Opvallende bloemen, Solitairplanten |
Caesalpinia gilliesii
Caesalpinia gilliessie - paradijsvogelstruik / gele paradijsvogelbloem
Vroeger: Poinciana gilliesii
Caesalpinia zijn tropische struiken of bomen die hun oorsprong vinden in Zuid-Amerika. In de land van herkomst groeien deze exotische planten vaak bijna als onkruid. In Europa gedijt Caesalpinia vrij goed als die in plantenborders wordt aangeplant in de zuidelijke mediterrane landen. In ons land ik het mogelijk de planten bewijst onderstaande foto dat het mogelijk is deze planten buiten in de volle grond te overwinteren. Toch is de winterhardheid volgens vakliteratuur beperkt en matig winterhard tot min 6°C en is het aangeraden de planten als kuipplanten te houden en ze 's winters binnen te brengen bij ongeveer 10 °C. De paradijsvogelstruik zal zijn bladeren in de winter behouden bij temperaturen van boven de 5 °C. Daalt de overwinteringstemperatuur tot aan het vriespunt, dan laat de plant alle blad vallen en mag je ze op een donkere standplaats overwinteren.
Vooraleer de paradijsvogelstruik in het najaar terug naar binnen te brengen, mag je de struik gerust een stuk insnoeien of zelfs knotten als een knotwilg. Aangezien de plant wintergroen is zal je ze wel nog af en toe een scheut water mogen geven tegen het uitdrogen.
Deze Caesalpinia gilliesii staat al enkele jaren buiten zonder bescherming in de winter op een beschutte, zeer droge plaats en de paradijsvogelstruik bloeit heel de zomer door met prachtige bloemen.
Deze struik krijgt tijdens het groeiseizoen koemestkorrels afgewisseld met 2 x blauwe korrel . De Caesalpinia op de foto is ongeveer 3 meter hoog en iets meer dan 3 meter breed.
Caesalpinia bloeit met een mooi contrast tussen de gele bloemen en rode meeldraden.
De tropische gele bloemen vallen op door de lange, rode meeldraden. Caesalpinia hoort bij de Caesalpiniaceae – mimosafamilie (onderfamilie van de Leguminosae - vlinderbloemigen). Bij deze familie worden ook de Cercis (Judasboom) en Gleditsia gerekend.
De prachtige bloemen kunnen heel slecht tegen dagen lang regenweer. Ze blijven dicht en rotten dan weg nog voor ze gebloeid hebben. Na de bloeiperiode verschijnen 10 cm lange afgeplatte, bruine peulen. Hoe warmer de zomer hoe langer de peulen kunnen worden. In Zuid-Amerika worden de peulen wel tot 20 cm lang.
Het is veiliger de paradijsvogelstruik in kuipen aan te planten zodat je die in de winter naar binnen kan brengen.
Als kuipplant blijft Caesalpinia wel een stuk kleiner dan de soortgenoten in de volle grond.
Met de prachtige bladeren en bloemen is een schitterende exotisch ogende kuipplant voor op een terras of balkon.
Caesalpinia hebben zeer mooie bladeren waardoor de groenblijvende plant op zich al heel sierlijk is. Het dubbel geveerde blad lijkt op dat van de slaapboom - Albizia of van Calliandra en ook deze bladeren vouwen zich 's avonds dicht.
De meeste bloemen verschijnen in juli en augustus. Daarna verschijnen de peulvruchten met zaden erin aan de struik.
Standplaats:
Deze kuipplanten staan het liefst in de volle zon en hebben tijdens de bloeiperiode heel veel water en regelmatig wat mest nodig.
Zaaien Caesalpinia:
Door zaad te vermeerderen. De ruwe zaadhuid kun je best even aanvijlen. Daarna de zaden weken in heet water om de kieming te bevorderen.
Soorten Caesalpinia:
Caesalpinia christa: klimplant met doornige stengels. De uit tien blaadjes samengestelde bladeren kunnen wel één meter lang zijn. Verdraagt geen vorst.
Caesalpinia decapetala: doornachtige struik uit Australië die ongeveer drie meter hoog wordt. Gele bloemen verschijnen in juni - juli.
Caesalpinia decapetala var. japonica: komt uit Japan / China en is iets minder vorstgevoelig.
Caesalpinia ferrea (= ijzerboom): Naast de bloemen ook een zeer mooie schilferende, grijs gevleke boomstam en een parapluvormig bladerdek. Snelgroeiende soort uit het oosten van Brazilië waar de ijzerboom ruim tien tot twaalf meter hoog wordt. Door ze als kuipplant te houden en goed in te snoeien is de groei in bedwang te houden. De temperaturen moeten wel hoog zijn om tot bloei te komen.
ijzerboom in Brazilië met mooie boomschors
Caesalpinia gilliesii: meest winterhard, bloeit vanaf een hoogte vanaf één meter.
Caesalpinia pulcherrima: (= pauwenbloem) een struik die meestal maar enkele meter hoog wordt met doornige bladeren en takken. De bloemen verschijnen aan het uiteinde van de takken, waarna de peulen verschijnen.
Caesalpinia pulcherrima
Caesalpinia mexicana: (= Mexicaanse paradijsvogelbloem) Het is een tot drie meter hoge bladhoudende struik met sterk geurende, gele bloemen.
Caesalpinia spinosa: Bladhoudende struik die max. 3 meter hoog wordt met doornige schors.
Geslacht: Caesalpinia
Familie: Vlinderbloemingen
Onderfamilie: Caesalpiniaceae
Meer foto's op: http://www.tuinadvies.be/caesalpinia_gilliesii_paradijsvogelstruik_kuipplanten.htm
Vossaert Kurt