Vorige Volgende
Latijnse naam | Ullucus tuberosus |
Plantennaam | Prinsessenknol, ulluco |
Familie | Basellaceae |
Soort gewas | Bol- en knolgewassen |
Groeihoogte max. | 20 - 30 cm |
Bloeikleur | Geel |
Bladkleur | Groen |
Wintergroen | Bladverliezend |
Winterhardheid | Niet winterhard |
Standplaats | Zon, Halfschaduw |
Habitat | Normale bodem |
Speciale kenmerken | Groenten, Kuipplanten |
Ullucus tuberosus is afkomstig uit het Andesgebergte in Z-Amerika.
Wordt vooral gekweekt voor hun eetbare knollen.
Ze worden in de keuken gebruikt, ongeschild rauw, gegrild of gekookt en smaken naar krielaardappeltjes.
Minder geschikt om te frituren of te bakken. Zijn erg mooi en decoratief met hun rijke kleuren wit, geel, roze, oranje, gespikkeld of gevlamd.
Het blad kan ook bereid worden zoals spinazie of rauw in een salade.
Voorkweken in pot vanaf eind maart tot half mei,
Plant ze dan uit na de ijsheiligen, liefst voor het einde van de maand mei op een goed doorlaatbare grond.
Op tijd rooien want ze verdragen geen vorst.
Men kan ze ook wel in kuipen telen en voor de vorst naar een vorstvrije plaats verhuizen. Zo bekomt men grotere knollen die men dan in november/december kan rooien.
Ontvang gratis tuintips
Klik hier en schrijf je in op onze wekelijkse nieuwsbrief 
Heeft u een plant niet gevonden in de plantengids?
Dan kan u hier een verzoek doen om de plant toe te voegen.