Latijnse naam | Gunnera tinctoria |
Plantennaam | Reuzenrabarber |
Familie | Gunneraceae |
Soort gewas | Vaste planten |
Groeihoogte max. | 100 - 120 cm, 120 - 150 cm |
Bloeikleur | Rood |
Bloeimaand | Mei, Juni |
Bladkleur | Groen |
Wintergroen | Bladverliezend |
Winterhardheid | Matig winterhard |
Standplaats | Zon, Halfschaduw |
Habitat | Vochtige bodem |
PH bodem | Zuurminnend |
Speciale kenmerken | Opvallende bladeren |
Gunnera's worden vooral aangekocht voor de grote sierwaarde van de reusachtige, stevige en sterk ingesneden bladeren. In mei - juni is er dan ook nog de sierwaarde van de enorme oranjerode bloeikolven.
Het aanbod van Gunnera's in Nederland en België bestaat grotendeels uit de eenhuizige Gunnera manicata. Gunnera manicata soorten groeien niet uit tot reuzeformaat zoals de tweehuizige Gunnera tinctoria.
Het blad blijft eveneens kleiner en de bloeiwijze veel meer gedrongen. Na de winter heeft de manicata meer tijd nodig om te herstellen.
De Gunnera manicata wordt tot 2 meter hoog met bladeren die een diameter hebben van 1 tot 1,5 meter. Bloeit in mei - juni de met oranje bloemkolven. Nadien komen er oranje zaden op.
De Gunnera tinctoria (=Gunnera chilensis) kan een stuk hoger groeien tot ongeveer 3 meter hoog en de bladeren hebben dan een doorsnede van bijna 2 meter. Bloeit iets later met groene bloemkolven.
Gunnera's groeien graag aan de rand van een vijver of oever waar ze veel vocht kunnen opnemen.
In de winter hebben ze wel wat bescherming nodig tegen de zwaarste vorst (- 10 °C en meer).
Zie:
http://www.tuinadvies.be/varia_vorstgevoelige_planten_beschermen.htm