Zakboek voor de bijentuin
DENK MOOI, DENK BIJEN!
Je verdient het om thuis te komen in een heerlijke tuin of te kunnen buiten stappen op een keurig met planten gevuld terras of balkon. Het is een droomplek van jou en je gezin. Je geeft het een persoonlijke toets met jouw lievelingsplanten, eventueel zalfs kruiden en groenten. Dat alles natuurlijk zo gezond mogelijk. Weg dus met bestrijdingsmiddelen, welkom gezonde plantencombinaties, tuinvogels en nuttige insecten. Bijen horen erbij! Ze zijn, meer nog dan vlinders, de graadmeter voor een gezond milieu.
Bijen hebben het echter moeilijk. Hun aantal neemt jaar na jaar af. Bestrijdingsmiddelen zijn niet de enige oorzaak. Er is ook de varroamijt. Dit diertje lijkt op een miniscuul spinnetje en maakt de bijen het leven zuur. Een andere oorzaak is een tekort aan bloemen waarop ze stuifmeel en nectar kunnen verzamelen. Jouw tuin kan net hier het verschil maken. Maak van jouw tuin een restaurant voor bijen! De bloemen, ook van struiken of bomen, zijn een rijk gedekte tafel voor bijen. Op hun beurt bestuiven ze alle planten en zorgen ze voor heel wat fruit en groenten op onze tafel. Denk bij het woord 'bijen' trouwens niet alleen aan honingbijen. Er leeft in elke tuin een grote verscheidenheid aan wilde bijen. Ook zij hebben hulp nodig. Zelf meer nog dan honingbijen. Veel soorten zijn heel kwetsbaar, omdat ze afhankelijk zijn van bepaalde wilde planten. Laat net daarom wat hoekjes waar de natuur zijn gang kan gaan en plaats een insectenhotel.
Dit zakboekje helpt je op weg met concrete tips en voorbeelden voor elke situatie. Waar je ook woont, van uitgestrekt landelijk gebied tot hartje stad, overal kan je bijen helpen. Droom vandaag je bijentuin en begin morgen.
Geen lekkernijen zonder bijen.
Ook planten kennen het verhaal van de bloemetjes en de bijtjes: zonder bevruchting geen nageslacht. Stuifmeel of pollen - mannelijke delen van de zaadplanten - moeten op de stamper - het vrouwelijke geslachtsorgaan terecht komen. Planten zoals berk, els en hazelaar rekenen daarvoor op de wind en produceren een massa kleine en fijn stuifmeel. Met wat geluk waait of valt er een stuifmeelkorrel op de juiste plek en kan er een zaadje bginnen te groeien.
De overvloed aan fijn stuifmeel is voor deze bomen dus een zegen, maar voor mensen met hooikoorts of pollenallergie en vloek.
De meeste andere planten rekenen voor hun bestuiving op insecten. Bijen en hommels zijn betrouwbare partners in het overbrengen van stuifmeel. Maar ze willen wel een beloning in de plaats: nectar en een snuifje stuifmeel.
Voor planten die gebruik maken van insectenbestruiving komt het erop aan om bijen te lokken. Vandaar hun mooie kleur en ook lekkere geur. Terwijl de bijen zich te goed doen aan de nectar, blijft het stuifmeel aan hun haren kleven. Wrijven ze ermee langs de rijpe stamper van de bloem, dan blijven daar stuifmeelkorrels achter en is er dus kans op bevruchting. Meestal zijn de zaden goed ingepakt in een zaaddoosje of dikkere vrucht. Denk maar aan kersen, appelen, pruimen en peren tot reuzenpompoenen toe.
Zonder bijen dus heel wat minder groenten en fruit. Er wordt in de professionele land- en tuinbouw druk voedsel geteeld.
Imkers verhuizen daarvoor hun bijenkasten naar de boomgaarden en koolzaadvelden om daar bloesems te bestuiven. In de serreteelt wordt ingezet op een neefje van de bij: de hommel. Er worden dozen met gekweekte hommels in de serres geplaatst waar onder andere tomaten en courgettes groeien.
Hommels zijn niet zo kieskeurig: ze vliegen op de bloemen die ze het eerst tegenkomen en doen ondertussen alle bestuivingswerk. De teler kan reken op een hogere opbrengst, bij koolzaad zelfs tot 30% meer zaadjes.