Wat is onderbeplanting?
De term onderbeplanting is voor veel mensen een vaag begrip. Belangrijk dus dat we even uitleggen wat onderbeplanting precies is.
Onderbeplanting is beplanting die aangebracht wordt onder bomen en heesters met de bedoeling op die plekken een aantrekkelijk beeld te laten ontstaan waaraan relatief weinig onderhoud gepleegd hoeft te worden. Het gaat om de wisselwerking tussen het hogere en het lagere niveau, die qua sfeer goed bij elkaar moeten passen en elkaar moeten versterken; De onderbeplaning moet fungeren als een tapijt waaruit hogere soorten oprijzen, maar waar deze ook mooier van worden nu ze een groene voet hebben gekregen. Aan de hand van verschillende situaties in de particuliere tuin ga ik uitleggen hoe vaste planten en voorjaarsbollen als onderbeplanting gebruikt kunnen worden. We beginnen met de kleinst mogelijk oppervlakte: de boomspiegel.
Boomspiegels
De kleinst mogelijke oppervlakte waarop onderbeplanting gebruikt kan worden, is de beplanting die rondom de voet van een boom geplant wordt. Sommige bomen lenen zich daar beter voor dan andere. Een bijna volwassen beuk of plataan heeft al zo'n, imposante uitstraling dat het onzin zou zijn om daar nog iets aan toe te willen voelen. Daarbij is het vaak bij voorbaat al een verloren zaak want zo'n geweldenaar zuigt vooral in het voorjaar veel vocht uit de grond, heeft een enorm breed wortelgestel en is daarmee een te grote concurrent voor alles wat rond zijn voet geplant wordt. Niet aan beginnen dus.
Als er een solitaire boom op het terras wordt geplant of een aantal bomen komen te staan bij de entree van een huis, dan kunnen boom en onderbeplanting op hetzelfde moment van start gaan met groeien en is de kans van slagen veel groter. Maak de boomspiegel van zo'n nieuw te planten boom niet te klein, minimaal een vierkante meter maar liever nog iets groter. Als de boom na een aantal jaren een grotere kroon gekregen heeft en de voet is te klein dan ga je steeds meer zien dat er iets niet klopt: het evenwicht is dan weg. Daarnaast is het goed om alvast vooruit te lopen op het feit dat de onderbeplanting er ook in later jaren goed moet blijven uitzien. Dat betekent dat je moet kiezen voor soorten die niet al te droogtegevoelig zijn. Een soort is voldoende op zo'n kleine oppervlakte, anders wordt het onrustig. En het liefste een soort die over een heel lange periode mooi is en alleen in het voorjaar wordt aangevuld met bolgewassen.
Automatisch kom je dan terecht bij de planten die vooral sierwaarde hebben door hun blad en met name onder de siergrassen is er een aantal dat in aanmerking komt. Voor niet te donkere plekken zijn dat Pennisetum alopecuroides 'Hameln' en Hakonechloa macra, beide mooi vanaf het late voorjaar tot in februari, wanneer ze afgeknipt moeten worden. Met elkaar in bloeitijd overlappende narcissen zoals 'February Gold', 'Jack Snipe' en 'Geranium' overbrug je de overige maanden, totdat de grassen weer gaan groeien. Op plekken met weinig licht doen de wintergroene Luzula nivea en Carex morrowii 'Ice Dance' het goed, ook allebei mooi met narcis 'February Gold' en 'Peeping Tom' of 'Jetfire'.
Fruitbomen
Fruitbomen zijn een verhaal apart. Op welke manier ze ook geplant zijn, verspreid over het gras, als laantje of als leibomen tegen een stenen muur, het is altijd mooi om ze een stevige voet te geven. Zo zag ik in de moestuin van Schloss Ippenburg in Bad Essen (Duitsland) appelbomen die met hun voet in grote cirkels van Geranium macrorrhizum 'Spessart' staan; cirkels van zeker 2,5 meter doorsnee die de bomen een mooie verankering in het gazon gaven. Heel statig en beeldschoon wanneer eerst de witte appelbloesem verschijn en de witte bloemen van de geranium het daarna overnemen. Maar ook de rest van het jaar het aanzien waard door het mooie geraniumblad.
Een heel ander beeld geeft een laantje van fruitbomen met daaronder een bijpassende voorjaarsbeplanting in één doorlopende lijn. Wanneer alles tegelijk in bloei staat, is het zo feestelijk dat je eigenlijk nergens anders wilt zijn dan alleen maar op die plek in de tuin. Als derde mogelijkheid kunnen de fruitbomen als leibomen tegen een stenen muur geplant worden en daar profiteren van de warmte die zo'n door de zon beschenen muur uitstraalt. Ook andere planten die normaliter niet geheel winterhard zijn proferen van deze warmte en de mooiste onderbeplanting die ik ooit bedacht voor zo'n plek is een combinatie van verschillende salie-soorten met mooi blad: Salvia officinalis 'Berggarten' (met groot grijs blad), Salvia officinalis 'Icterina' (geel gevlekt blad), Salvia officinalis 'Purpurascens' (violetpaars blad) en Salvia officinalis 'Tricolor' (met verschillende kleuren in het blad)
Beplantingsvlakken
Beplantingsvlakken met onderbeplanting liggen vanzelfsprekend grotendeel s in de schaduw omdat zij fungeren als groen kleed onder bomen en heesters. Vaste planten die schaduw verdragen zijn dus een eerste vereist. Daarnaast kies je het beste voor vaste planten die zo veel mogelijk bodembedekkend zijn want daarmee wordt het onderhoud beperkt. Een voor 80 tot 90 procent laagblijvend tapijt met hier en daar een hoger accent geeft het mooiste beeld. En wanneer je dan ook nog rekening houdt met een afwisseling in bladvormen en bladkleuren ben je al een heel eind op de goede weg.
Een laatst raad die ik zou willen geven: liever veel van weinig dan weinig van veel. Wat betekent dat je beter kunt kiezen voor een beperkt aantal soorten in grotere hoeveelheden dan veel soorten in kleine aantallen. Dat laatste geeft een onrustig beeld en maakt een oppervlakte kleiner, terwijl een beperkt aantal soorten dat op verschillende plekken herhaald wordt een ruim en evenwichtig resultaat geeft. En moet ik nog een keer zeggen dat ook hier voorjaarsbloeiende bollen die elk jaar terugkomen niet mogen ontbreken?
Meer weten over de 'Tuinen van nu'?
Bekijk dit en vele andere artikels over beplantingsontwerpen op basis van kleuren, vormen en structuren in het boek van: Jacqueline van der kloet 'Tuinen van nu'