Tuintip - De maand van Julius Caesar.
Het weer wordt aangenaam zacht deze week, maar een buitje blijft niet uitgesloten. Is het weer overdag te warm om in de tuin te werken, stel het dan uit naar vroeg in de ochtend of laat op de avond. Denk er altijd aan dat de planten voldoende water dienen te krijgen. Het onkruid groeit nu iets trager, net zoals het gras, al blijft het wel een wekelijks taakje.
Geniet vooral van de hommels en honingbijen die in grote groepen de lavendel en de gulden roede te lijf gaan, zomerbloeiers die onze tuinen kleuren en het mooie weer. Voorzie voldoende waterschaaltjes voor vogels en vergeet ook de andere (tuin)dieren niet.
De plantenborder
- Knip nu lavendel om te drogen. Knip de bloemstengels zo lang mogelijk af en hang ze onderste boven op een luchtige plaats uit de zon zodat de kleuren niet verbleken. Dit kan ook met andere soorten droogbloemen zoals Limonium, Bracteantha en Rhodante.
- Je kan nu nog uitgebloeide heesters als de boerenjasmijn en weigela snoeien als dit nog niet is gebeurd.
- Verwijder ongewenste scheuten van onderuit de stammen van bomen en heesters. Knip de scheuten af om te voorkomen dat ze de kracht van de boom ondermijnen.
- Uitgebloeide rozen mag je ten allen tijde wegsnijden. Knip ver onder de uitgebloeide bloemen boven het eerste vijftallige blad. Op die manier heb je een betere doorbloei. Bij wilde soorten kan je uitgebloeide bloemen behouden omdat ze later mooie rozenbottels vormen.
- Bespaar water indien er extreem droge weken aankomen. Vang bijvoorbeeld regenwater op in een ton zodat je dit kan gebruiken. Bewater enkel planten die het echt nodig hebben. Gebruik water besparende systemen zoals druppeldarm of een druppelsysteem.
- Dun knoppen van Dahlia’s als u grotere bloemen wenst, steun bloeistengels met stokken. Bij dunnen worden een paar zijknoppen aan de toppen van de stengels verwijderd. Verwijder ook zijscheuten aan deze stengels.
- Blijf zaden van uitgebloeide vaste planten oogsten.
- Snoei alle dunne scheuten die in de zomer zijn gemaakt weg bij blauwe regen tot op 5 a 6 knoppen van de hoofdstengel. Zo stimuleer je de aanmaak van bloemknoppen voor het komende jaar.
Groententuin
- De tomaten die buiten groeien mag je toppen nadat ze vier vruchttrossen hebben gevormd.
In ons klimaat krijgt die vijfde tros toch geen kans om rijp te worden en kunnen de planten al hun energie richten op de eerste vier trossen. Nijp de planten in tot één blad boven de vierde tros. Om mooie grote vruchten te bekomen, kun je bijmesten met een meststof met een hoog kaligehalte. Blijf de planten ook dieven en aanbinden. - Zaaien van snel groenten zoals winteruien, herfstandijvie, pastinaak, groenlof en roodlof, veldsla, winterpostelein, radijsjes, worteltjes, Chinese kool, tuinrapen, herfstbloemkool, stamslabomen, struikbonen, kervel, knolvenkel, knolrapen, kropsla, peterselie, winterprei, rode biet, spinazie, winterrammenas,...
- De groenten groeien goed, maar ook het onkruid kan snel groeien als er regen valt. Regelmatig wieden en schoffelen blijft nodig.
- Stoksnijbonen en pronkbonen mag je toppen van zodra ze de top van hun stokken bereiken. Door de top uit te nijpen zullen de planten meer zijscheuten produceren waardoor je een betere oogst bekomt.
- Oogsten van de plukrijpe groenten zoals knoflook, uien, artisjokken,...
- Laat aardappelen na het rooien nog enkele uren in de tuin drogen vooraleer ze naar binnen te brengen.
- Wees alert voor de tomatenziekte en de aardappelziekte. De bladeren krijgen roestbruine vlekken en worden vervolgens zwart en sterven af. Aangetaste tomatenplanten gooi je weg en bij aardappelplanten verwijder je de bovengrondse delen zodat je de knollen later nog kan oogsten. Het best kun je preventief spuiten met een bestrijdingsmiddel.
- Geef bij droog weer regelmatig water. Zo voorkom je dat de planten voortijdig doorschieten
- en zaad vormen waardoor ze taai en onsmakelijk worden. Het makkelijkste is het geven van
water met een druppelslang of met een bewateringssysteem met regelbare druppelaars. - Plant nu nog steeds verschillende slasoorten,...
Fruittuin
Bij appels en peren kan je nu al zien welke vruchten klein zullen blijven. Deze mag je nu verwijderen zodat alle energie naar het andere fruit gaat. Bescherm de nu reeds rijpende vruchten (nectarines, alle soorten bessen, kersen, abrikozen, perziken, frambozen, aardbeien) tegen vogels zodat je zelf ook nog wat fruit over houdt.
Eenjarigen en perkgoed
- Voldoende water geven en wekelijks bijmesten.
- Uitgebloeide bloemen verwijderen zodat de planten geen zaad aanmaken en langer doorbloeien.
- Neem stekken van Pelargoniums en Fuchsia’s.
- Start met het zaaien van tweejarige planten: viooltjes, vergeet-me-nietjes, madeliefjes, muurbloem en duizendschoon.
Vijver
- Vul de vijver bij op warme dagen. Water verdampt snel. Controleer het gedrag van de vissen na het bijvullen.
- Let op voor zuurstofgebrek. Een watervalletje of fonteintje houdt het zuurstofgehalte hoog.
- Dun zuurstofplanten uit als ze de gehele vijver of waterbak dreigen te vullen. Leg ze op de vijverrand zodat meegenomen diertje terug in het water kunnen, nadien mogen zo op de composthoop!
- Lees ook de vijverkalender in juli.
De Julimaand is genaamd naar Julius Caesar.