Superfood voor tuinvogels
Superfoods zijn hip en we verwennen onszelf dagelijks met quinoa, chiazaad, goji bessen, noem maar op. Maar ook voor de tuinvogels is energierijk en gezond vogelvoer belangrijk. Zeker nu het wat kouder begint te worden, gaan vogels op zoek naar eten.
Wil je vogels aantrekken in jouw tuin? Dan doe je er goed aan om het juiste voedsel aan te bieden.
Vogels houden van een gevarieerd menu en zijn vrij kieskeurig in wat ze eten.
Ook niet alle vogels verkiezen hetzelfde voedsel. Aan de vorm van de snavel kan je vaak afleiden wat ze het liefst eten. Een vink bijvoorbeeld heeft een kegelvormige snavel waarmee hij zaden en pitten kan kraken terwijl een merel met zijn lange snavel het liefst regenwormen uit de grond trekt. In de winter is water even belangrijk als voedsel. Voeg niks toe aan het water, eventueel in een waterschaal, en vervang het regelmatig zodat het niet dichtvriest.
Het zoeken naar voedsel is voor vogels één van hun belangrijkste bezigheden.
Nu het winter is hebben ze minder tijd om op zoek te gaan naar voedsel. Door hun drukke bezigheden ligt ook hun caloriegehalte hoger en raken hun vetreserves sneller op. Door in jouw tuin voedsel aan te bieden vergroot je de kans op het overleven van de vogels tijdens de koude dagen.
Welk voedsel is goed voor vogels in de winter?
Vogels hebben in de winter behoefte aan voedsel dat rijk is aan vet en koolhydraten.
- Zaden en pitten: zijn goed voor bijna alle vogels in de tuin. Zonnebloempitten, en dan vooral de zwarte hebben een hoog oliegehalte maar ook ongezouten pinda’s bevatten veel vet en eiwit. Mezen, groenlingen, spechten, mussen en boomklevers zijn dol op dit voeder. Je kan deze zaden en pitten het best aanbieden in een speciale voedersilo. Zo kunnen de vogels zonder gevaar te lopen om verstrikt te raken in netjes, van de pinda’s en zonnebloempitten smullen.
- Vetrijke producten: zoals vetbollen, pindaslingers, pindakaas, kan je het best aanbieden wanneer het erg koud wordt. Veelal tussen december en februari.
- Bessen: bepaalde struiken en bomen dragen bessen die vogels graag eten. Bessen hebben een hoog vitaminegehalte en vormen een belangrijke voedselbron. De lijsterbes, vlierbes, gelderse roos, sleedoorn, drents krenteboompje, dwergmispel, hulst, meidoorn en kardinaalsmuts zijn goede voedselbronnen die eetbare bessen opleveren voor de vogels in het najaar. Interessant dus om aan te planten in de tuin!
- Tafelrestjes: je hoeft het niet altijd ver te zoeken. Ook tafelrestjes kunnen goed zijn. Kaas zonder korst, braadvet, stukjes ongezouten spek, mergpijpjes en gekookte aardappelen. Biedt nooit rauw vlees aan, maar enkel gekookt om ziektes te voorkomen. Let op voor toegevoegd zout en kruiden want dat is niet goed voor de vogels.
- Krenten en rozijnen: vooral de merel maar ook de kramsvogel en koperwiek houden van rozijnen en krenten. Door ze op voorhand te wellen maak je de rozijnen zachter en sappiger. Laat water koken tot op het kookpunt en laat dan weer een klein beetje afkoelen. Overgiet de rozijnen tot ze net onder staan en wacht een 5 tal minuutjes. Giet het water dan weer af. De afgekoelde gewelde rozijnen kan je vervolgens aan de vogels geven.
- Havermout: kan je zowel als strooivoer op de grond gebruiken als op de voedertafel. Zaadeters zoals mussen, mezen, vinken, groenlingen en roodborstjes houden hiervan.
- Meelwormen en insecten: bevatten veel proteïnen en zijn bijzonder voedzaam voor vogels. Ze zijn ook zeer goed voor jonge vogels en dragen bij tot de groei van de jongen. De meeste insecten en meelwormen kan je in gedroogde vorm kopen in de handel.
- Je kan ook zelf een voederpotje maken door ongezouten, vers vet te smelten en te mengen met zaden, havermout, noten, insecten,… Heb je minder tijd dan kan je in de handel mezenbollen, pindacake, pindakaas en allerlei andere versnaperingen vinden.
Hoe en waar voederen?
Biedt op verschillende plaatsen in de tuin verschillende soorten voeder aan. Dat is veel beter dan op één centrale plek in de tuin. Op één plek kan er rivaliteit ontstaan tussen verschillende soorten vogels. De ene vogel pikt ook liever zijn zaden vanop de grond, terwijl de andere vogel graag zijn menu op de voedertafel krijgt.
Zorg altijd voor een beschutte plaats bij voorkeur dicht bij het struikgewas. Bomen kunnen dan weer gevaar opleveren voor loerende katten. Plaats de voedertafel ook niet in de volle zon en voorkom dat het voedsel nat wordt en gaat beschimmelen. Hygiëne is heel belangrijk om verspreiding van ziektes te voorkomen.