Populier: soorten, kenmerken, snoeien, ziektes
De populier is typerend voor het Nederlandse en Belgische vlakke landschap. Het trillende blad veroorzaakt al bij het minste zuchtje een ruisend geluid. Sinds de 18e eeuw zijn veel hybriden (kruisingen) vanwege hun hout van economisch belang geworden.
Verspreiding
Van alle populiersoorten heeft de ratelpopulier het grootste verspreidingsgebied. Hij komt in heel Europa voor, maar ook in de gematigde streken van Azië, China, Japan en Noord-Amerika. In zuidelijke gebieden vindt men hem vooral in berggebieden. Hij is zeer gevoelig voor schaduw. In Nederland komt hij het meest voor op zandgrond, vaak in bosranden en houtwallen.
Grauwe abelen groeien vooral in rivieroeverbossen, b.v. langs de Donau. Zij verjongen zich zelden door zaad, maar door wortelopslag.
De zwarte populier is zeldzaam geworden. Hij was de typerende boom voor de ooibossen van rivieroevers. Deze ooibossen zijn in Europa bijna overal verdwenen. In de Millingerwaard (NL), Emmericher Ward en Salmorth (BRD) vinden we nog enkele grote bomen. Andere groeiplaatsen liggen in de Biesbosch, langs de Dinkel in Twente en aan de IJssel bij Zwolle. De oudste zwarte populier van de Lage Landen, een stoof van 9 m omvang, staat bij Neerijnen langs de Rijn (Ge). In Vlaanderen zijn zwarte populieren vaak aangeplant rond boerenerven en in weilanden.
Het is interessant dat de ratelpopulier (Engels = aspen) samen met de wilg die ook in groten getale in het Yellowstonepark in de VS voorkwam, sinds de jaren dertig bijna verdwenen is, d.w.z. er stonden alleen nog oude bomen, maar geen van middelbare leeftijd. Uit onderzoek is gebleken dat er een samenhang bestaat tussen het verdwijnen van de wolven (zij werden met honderduizenden afgeschoten) en het verdwijnen van de 'aspen'. Prooidieren van de wolven waren namelijk de wapitiherten. Deze hebben zich enorm vermeerderd en de jonge boompjes opgegeten. In de jaren negentig heeft men een roedel wolven in het natuurpark uitgezet (onder protest van de bevolking), en sindsdien hebben jonge boompjes weer een kans gekregen om volwassen te worden.
Naamgeving
Het woord populus is afgeleid van het Griekse woord paipolos en dat betekent trillen. Het heeft betrekking op de trillende beweging van de bladeren in de wind.
In het oude Rome heeft men veel populieren aangeplant. Het was dus een populaire boom, een 'arbor populi', wiens ruisen van de bladeren op het geroezemoes van het volk in de stad leek .
In Vlaanderen noemt men de populier ook wel gauw groot wat betrekking heeft op de snelle groei. Andere namen zijn esp, trilpopulier of ratelpopulier, klaterabeel, witboom en vrouwentong.
In het Waasland noemt men hem ook gauw-groot en de mannelijke exemplaren met de rode katjes roobotters.
Plantkundige kenmerken
Het typerende van bomen zoals de populier, die bij de familie der wilgachtigen horen, zijn de pluizige zaden, de enkelvoudige bladeren en de verspreide bladstand. Anders dan de wilgen hebben populieren een driehoekig, ruitvormig of bijna rond blad. Het is zo los aan de bladsteel bevestigd, dat het bij het geringste zuchtje wind gaat trillen.
De meeste populieren lopen vroeg in het voorjaar uit. De pluizige, kapokachtige zaadjes vallen in zo grote hoeveelheid uit dat het lijkt als of het sneeuwt. De grauwe abeel kan een zacht tapijt van katjes vormen.
Populieren kunnen in korte tijd uitgroeien tot grote bomen met dikke stammen en een gegroefde schors. Oude populieren kunnen heel erg dik worden. In St.Michielsgestel (Noord Brabant) stond een Canadese populier met een stamomtrek van 6 m.
In Almere-Hout zijn 178 Italiaanse populieren geplant volgens de plattegrond van de kathedraal van Reims. Het gaat hier om een kunstwerk van Marinus Boezem.
De oudste zwarte populier in Nederland staat in de buitensingels achter Musis Sacrum te Arnhem. Hij zou tussen 1750 en 1800 geplant zijn. De oudste Canadese populier (1835) vinden we in de Heulenslag te Bleskengraaf. De dikste zwarte populier (populus nigra) met een omtrek op borsthoogte van 6,70 m staat in Park Groenendaal in Heemstede.
Soorten
De ratelpopulier, trilpopulier of esp (Populus tremula), wordt ca. 15 m hoog. De katjes zijn roze met zijdeachtige haren. De witte, wollige zaden worden in mei door de wind de lucht in geblazen. De platte bladstelen veroorzaken de trillende ‘ruisende’ beweging van het blad in de wind.
De witte abeel (Populus alba) heeft witte, viltige bladeren en twijgtoppen. Hij kan 35 m hoog worden. Hij groeit in bossen, langs de duinkant en langs rivieren op vochtige zand-leem-en kleigrond en vormt veel wortelopslag.
Verwant hieraan is de grijze of grauwe abeel(Populus x canescens). Canescens betekent grijsharig. Het is een natuurlijke kruising tussen de witte abeel en de ratelpopulier. De viltbeharing aan de onderzijde van de bladeren is niet zo wit als bij zijn witte familielid. Beide soorten zijn tweehuizig, d.w.z. een boom heeft of alleen de mannelijke meeldraadkatjes of de vrouwelijke stamperkatjes.
De balsempopulier (Populus balsamifera) wordt 15 m hoog. De kroon is minder zuilvormig dan die van Italiaanse populier en veel smaller en spitser. De mannelijke katjes zijn helderrood, de vrouwelijke groenachtig. De bladeren zijn rond of iets hartvormig en donkergroen. De winterknoppen zijn bedekt met kleverig hars, die een balsemgeur heeft.
DeItaliaanse populier (Populus nigra ‘Italica’) is een mutatie van de zwarte populier. Nigra betekent zwart. Hij is afkomstig uit Lombardije (Noord-Italië) en heeft een zuilvormige kroon doordat de takken schuin omhoog steken. Er zijn alleen mannelijke exemplaren bekend. Vermeerderd wordt deze boom door stekken.
De Canadese populier (Populus x canadensis) is een kruising tussen de zwarte populier (Populus nigra) en de Amerikaanse populier (Populus deltoides Marsh). Hij wordt kort ook wel de ‘Canadapopulier’ of de ‘Limburgse zwarte populier’ genoemd. Zijn speciaal kenmerk is, dat zijn blad pas laat verschijnt. Hij heeft een wijde, onregelmatige kroon. Men ziet hem ook vaak als ‘knot-populier’. De mannelijke katjes zijn opvallend roze en vallen gauw af.
Gebruik
Het hout van populieren wordt sinds eeuwen als bouwhout gebruikt voor gebinten van boerderijen, binnendeuren of kozijnen, als vloerhout, voor de binnenbetimmering van spoorwegwagons. Populierenhout ontvlamt niet gauw. Het wordt nog steeds gebruikt in de klompenindustrie. Bijzondere eigenschappen zijn: een lichte kleur, goed te schillen, te drogen en te lijmen. Tegenwoordig gaan grote hoeveelheden populieren naar de paletten - kistenproductie en de papierfabricage. Verder worden van populierenhout meubels, lucifers, houten keukengerei en speelgoed gemaakt.
Vroeger werd populierenblad gebruikt om er groene en gele kleurstof van te maken. Gedroogd kan het blad als wintervoer voor geiten dienen.
De knoppen bevatten hars en proptosis, waarvan geneesmiddelen, zalf en tinctuur gemaakt kan worden.
De Kelten gebruikten het zachte, maar taaie, witte hout van de populier voor het vervaardigen van schilden.
Mythologie
In de Griekse mythologie staat de populier in verband met der onderwereld, met herinneringen en verleden tijd. Zwarte populieren waren gewijd aan de doodsgodin Hekate en witte abelen aan Persephone, godin van de wedergeboorte. Toen Orpheus Hekate's toverkunst wilde leren, verbrandde hij, om haar te eren, populierenhout. Hercules bekranste zich met bladeren van de zwarte populier. Zijn zweet kleurde de onderzijde van het blad wit.
De witte abeel werd vaak aangeplant in streken waar veel slangen leefden, omdat deze boom de aartsvijand was van de slang en ook slangenbeten kon genezen.
Homerus noemt de populier verschillende malen in zijn geschriften. Voor de Ida-grot op Kreta, waar Zeus zijn eerste levensdagen doorbracht, stond een heilige populier. Medea, beschermster van alle toverplanten, gebruikte de populier vaak bij haar toverkunsten.
Volksgebruik
In de Middeleeuwen geloofde men dat heksen de toverkracht van populieren gebruikten om heksenzalf te maken en dat zij in de kruinen van deze bomen zouden vergaderen. Meisjes boorden gaatjes in de stam van populieren waarin ze haar van zichzelf stopten in de hoop dat het daardoor sneller zou gaan groeien.
In Frankrijk plantte men een populier bij de geboorte van een dochter. Wanneer het meisje ging trouwen werd hij gekapt. De opbrengst van het hout diende als huwelijksgift.
Een blad van de esp onder de tong garandeerde welsprekendheid.
De witte abeel kan als jaar - en weerkalender dienen. Het blad keert zich aan het begin van de zomer (21 juni) van de groene zijde om naar de witte zijde (dit gebeurt ook bij iepen en wilgen). Als populieren in het najaar eerst het blad in de top verliezen, wordt het een milde winter. Verliest hij eerst het onderste blad, dan hebben we een strenge winter te verwachten.
Vroeger werd de ratelpopulier wel geplant naast de bruidssuite van hotels. Het rustgevende geluid van de bladeren zou het jonge paar goed doen.
Volgens een legende was het kruis van Christus gemaakt van ratelpopulierenhout. Sindsdien trillen de bladeren van deze boom ter herinnering aan het vreselijke gebeuren van de kruisiging.
Populier
Populus (botanische naam.)
Poplar (Engels)
Peuplier (Frans)
Pappel (Duits)
Salicaceae - wilgenfamilie