Soorten coniferen
Over coniferen valt meer te ontdekken dan je misschien zou denken. Wist je bijvoorbeeld dat er minstens 600 soorten coniferen bestaan? Denk aan de cipres, de den, de spar (onze kerstboom) en de jeneverbes. Deze groep tuinplanten kent bovendien een rijke historie: coniferen bestaan namelijk al zo’n 230 miljoen jaar. Sterker nog: dit was de eerste plantengroep op aarde die zich via primitieve bloemen en echte zaden voortplantte. Dat werpt toch een heel nieuw licht op onze kerstboom en zijn soortgenoten.
Coniferen zijn veelgebruikte tuinplanten en daardoor zou je zomaar kunnen vergeten hoe bijzonder ze eigenlijk zijn. Zo heeft de conifeer een goede invloed op de kwaliteit van de lucht. Deze groenblijver is – met zijn duidelijke vorm en kleur – bovendien een herkenbaar element in de tuin. Vier seizoenen lang zorgt hij voor structuur en kleurcontrast in de tuin. Juist omdat er coniferen bestaan in alle maten, vormen en kleuren, zijn ze geschikt voor iedere toepassing. Daar komt bij dat ze geweldig sterk zijn; coniferen zijn dan ook de belangrijkste leveranciers van naaldhout ter wereld. Ze hebben vrijwel geen last van insecten en schimmels, snoeiwonden hoeven niet te worden afgedekt. Ze eisen weinig, zijn onderhoudsvriendelijk, succesvol te combineren met andere planten en… je hebt er jaren plezier van. Kies de plek van je conifeer dan ook zorgvuldig, zeker als het een stevige groeier is.
Klein, maar fijn
Sommige coniferen zijn zeer geschikt voor kleinere tuinen of rotstuinen, dat zijn de zogenoemde dwergvariëteiten. Deze bieden kleur en variatie, vooral op het moment dat veel andere tuinplanten ‘slapend’ zijn. En zoals de naam al aangeeft, blijven dwergconiferen compact en klein zonder te snoeien. Wil je juist hoogte in je tuin, dan kies je voor de Juniperus pingii 'Loderi' die zorgt voor een mooi zuilvormig accent.
De blauwgroene jeneverbes squamata 'Blue Carpet' is een lage plant die zeer geschikt is voor rots- of heidetuinen. De Juniperus horizontalis ‘Wiltonii’ met zijn golvende weide van groen doet zijn naam eer aan. Sommige soorten jeneverbes zijn schitterend in een pot, zoals de Juniperus squamata 'Holger'.
De plant dankt zijn naam aan de smakelijke eigenschappen van haar bessen die worden gebruikt bij het distilleren van jenever en gin. Ook in de keuken wordt de jeneverbes gewaardeerd om zijn smaak, bijvoorbeeld als toevoeging in de zuurkool.
Een jeneverbes kan solitair (dus alleenstaand) worden geplant of in groepen met ruime afstand van elkaar. Als ze tegen elkaar aan staan, worden de raakvlakken op den duur namelijk kaal en dat is geen fraai gezicht. Snoei ze daarom nooit, de lange takken groeien langs de stam waarop weer zijtakken staan. Het verwijderen van zo'n zijtak zorgt onmiddellijk voor een kaal gedeelte en… dat komt nooit meer goed.
Veelzijdige jongens
Schijncipressen (Chamaecyparis) zijn er in alle soorten, vormen en maten. Zo is er de schijncipres op stam, als struik, als haag en natuurlijk die kunstig gesnoeide versies met verschillende bollen aan de stam. Deze ‘multibollen’ zijn echte blikvangers in je tuin.
Er zijn ook boomversies, zoals de Chamaecyparis lawsoniana 'Ellwood's Empire', een rustig groeiende, slanke conifeer, die na 10 jaar zo’n tweeënhalf meter hoog is. Deze tuinplant met zijn grijsgroene kleur is goed winterhard. Het zijn populaire bomen in de tuin: ze geven snel een mooie invulling aan een lege ruimte en blijven altijd groen. In Nederland gebruiken we vaak de Leylandcipres of de Californische cipres.
Een conifeer met warme gevoelens
Echte VIP’s onder de coniferen zijn de sparren (Picea). Ook hierin kunnen we veel verschillende soorten en hoogtes onderscheiden. Zo wordt Picea 'Formanek' slechts 50 centimeter hoog terwijl de Servische spar, Picea omorika, (een ‘slanke den’ onder de sparren), wel zo’n 40 meter hoog is na 25 jaar. Je moet dus wel de ruimte hebben!
Een aantal Bekende Coniferen wordt speciaal gekweekt voor de kerst, zoals de fijnspar. Bij chiquere soorten die trager groeien en dus duurder zijn, zoals de blauwspar (Picea pungens) en de nordmann spar (Abies nordmanniana), vallen de naalden minder snel uit. Dit zijn dan ook populaire kerstbomen met hun heerlijke geur en hun zeer langzame uitdroging.
Van kerstboom naar tuinconifeer
Ben je zo gehecht aan het kerstgevoel dat je geen afscheid wilt nemen van je boom? Dat kan. Iedereen heeft wel eens geprobeerd om de kerstboom na de feestdagen een definitief onderkomen te geven in de tuin, doorgaans met wisselend succes. Normaal gesproken plant je een conifeer namelijk in september. De grond is dan nog warm, de wortels gaan groeien en de plant kan zich vastzetten.
Als je een conifeer eind december plant, zijn de wortels in rust en heeft de plant het dus moeilijker.
De meeste kans van slagen heb je als je een (kleinere) kerstboom koopt die op pot is gekweekt. Feit is wel dat de ene kerstboomspar het beter doet dan de andere. De nordmann, de zilverspar en de Koreaanse spar (die in de herfst mooie paarse kegels krijgt) zijn de grootste kanshebbers.
Wat kun je doen om je kerstboom te laten overleven? Hou de boom in elk geval niet langer dan veertien dagen in je huiskamer en geef hem elke dag een halve liter water. Laat de boom voordat je hem buitenzet eerst even acclimatiseren in een koele serre, een schuurtje of garage. Laat de boom voordat je hem buitenzet eerst even acclimatiseren in een koele serre, een schuurtje of garage. Plant de boom, als het niet vriest, meteen in de volle grond. Als de grond bevroren is eventueel in een kuil met de pot er nog omheen; dan is de kans op bevriezing van de wortels veel kleiner.
Wil je geen kerstboom in je tuin, maar kun je het ook niet over je hart verkrijgen om dat gezellige boompje naar de brandstapel te slepen, dan kun je er toch nog plezier aan beleven. Snij de takken eraf en dek daarmee de vorstgevoelige planten in de tuin af. Zodoende dient je kerstboom een tweede doel, ziet je tuin er gezelliger uit en hebben de gevoelige planten een betere overlevingskans. Wat je allemaal kan met een conifeer…
Bron: CYL