Schadelijke kevers in huis: soorten en bestrijding
We delen onze woning dagelijks met heel wat kleine dieren. Elk huis wordt, zonder dat we het beseffen, bewoond door miljoenen organismen, waarvan sommige meer gewenst zijn dan andere. De meeste mensen denken dan meteen aan spinnen, en ook bij mezelf breekt het angstzweet uit bij het zien van dit achtpotig dier. Niettemin zijn spinnen heel nuttig omdat ze talloze kleine insecten op hun menu hebben staan.
Kevers zien er daarentegen veel minder angstaanjagend uit, maar in sommige gevallen kunnen ze toch aanzienlijke schade aanrichten. Er zijn talloze verschillende soorten die in ons huis kunnen voorkomen. De meeste zijn volstrekt ongevaarlijk en zelfs nuttig omdat ze zowel plantaardig als dierlijk afval opruimen. Toch zijn er enkele soorten die je liever niet in huis hebt, zoals de houtkever of -boktor die de meeste onder ons wel kennen. Ze kunnen meubelen volledig verwoesten en zelfs de houten draagconstructie van je woning aantasten.
Wanneer je een kever in huis ziet, is het handig om te weten om welke soort het gaat. Zo kun je beter beoordelen of het om een onschuldig diertje gaat of om een schadelijke variant. Hebben jullie bijvoorbeeld al gehoord van de graanklander, broodkever, tapijtkever en de piepschuimkever?
Graanklander
De graanklander (Sitophilus granarius), ook wel korenworm genoemd, is een snuitkevertje van ongeveer 3 à 5 mm groot. Ondanks zijn schattige uiterlijk is het raadzaam om zo snel mogelijk op zoek te gaan naar de bron als je er één in jouw woning aantreft. Hij tast namelijk voedselvoorraden aan en komt voor in zaden van planten. Het vrouwtje legt haar eitjes in een graankorrel. De larve vreet vervolgens de graankorrel leeg en verpopt zich in het omhulsel. Vooral voor landbouwers is de graanklander een gevreesde parasiet. Dit snuitkevertje kan ook in onze woning of berging terechtkomen via aangetast honden- of kippenvoer of vogelzaad. Ook voorraden pasta en erwten vormen een mogelijke bron van aantasting.
Zijn beide dekschilden zijn aan elkaar gegroeid, waardoor hij niet kan vliegen. Zijn lichaam is bruin-zwart en het voorstuk van de kop loopt uit in een soort slurf met aan het uiteinde van de snuit twee geknikte antennen. Graanklanders kun je bestrijden door eerst en vooral op zoek te gaan naar de bron waar ze hun eitjes inleggen en deze zo snel mogelijk te vernietigen. Daarna de ruimte grondig reinigen en stofzuigen. Berg voedselvoorraden goed op zodat een nieuwe aantasting niet meer mogelijk is.
Broodkever
De broodkever (Stegobium paniceum) komt vrij algemeen voor en voedt zich, net zoals de graanklander, vooral met zetmeelhoudende producten zoals pasta, noten, brood, en koekjes maar ook met chocolade en dierenvoeding zoals honden- of kattenbrokken. Hij kan zich snel door onze voorraadkast verspreiden.
De broodkever lijkt op de houtkever, maar hij is iets kleiner. Een volwassen exemplaar is ongeveer 2 tot 4 mm lang. Zijn schild is bruin tot roodbruin met fijne beharing.
Zetmeelhoudende producten kunnen al eitjes bevatten voordat we ze aankopen. Als je verpakkingen met kleine ronde gaatjes ziet, is de kans groot dat dit het werk van de broodkever is. Dit zijn uitvliegopeningen waarlangs de volwassen kever uit de verpakking ontsnapt. Hun cocon blijft vaak achter in de verpakking, meestal onderaan of aan de zijkanten. Bewaar voedingsmiddelen daarom altijd in een droge en koele ruimte in goed afsluitbare potten of bewaardoosjes. Broodkevers vermenigvuldigen zich het snelst in warme en vochtige ruimtes.
Tapijtkever
Een gast die voor de meeste mensen onbekend is, is de tapijtkever (Anthrenus verbasci). Hij behoort tot dezelfde familie als de museumkever en vestigt zich vooral in tapijten en andere textielproducten, zoals kledij en zelfs leer. Bij de tapijtkevers zijn het vooral de larven die aanzienlijke schade aanrichten, terwijl de kever zelf zich voedt met nectar en stuifmeel.
Het zijn kleurrijke kevertjes die ongeveer 2 tot 5 mm lang kunnen worden. Hun dekschilden zijn bedekt met schubben en kleurrijke patronen. Ze eten al het dierlijk materiaal dat ze kunnen vinden en vervullen daardoor ook een nuttige rol als opruimers van dode insecten, ingedroogde voedselresten en zelfs oude nesten van bijen en wespen. Je kunt tapijtkevers in huis voorkomen of bestrijden door regelmatig schoon te maken, het tapijt grondig te stofzuigen, kleding op hoge temperatuur te wassen of zelfs in te vriezen. Het is natuurlijk belangrijk om de bron van het probleem te achterhalen. In het geval van een hardnekkige plaag kan het nodig zijn om contact op te nemen met een professionele ongediertebestrijder.
Piepschuimkever
De piepschuimkever (Alphitobius diaperinus) is vooral ’s nachts actief en komt voornamelijk voor in kippen -en varkensstallen. Ze gedijen het beste bij temperaturen rond de 25° en zoeken plekken op waar het stil is, zoals in isolatiemateriaal, maar ze kunnen ook in mest of in de grond voorkomen. Ze kunnen erg veel schade aanrichten aan het gebouw en verspreiden bovendien ook ziektes in stallen, waaronder vogelgriep. In tuinen vind je ze vooral in afval- en composthopen.
In volwassen vorm zijn piepschuimkevers ongeveer 6 mm lang en ze zijn zwart van kleur. Je kunt piepschuimkevers voorkomen door de mestvoorraden zoveel mogelijk in één keer af te voeren en daarna de stal grondig te reinigen. Gebruik isolatiematerialen met een harde toplaag. Aangetaste platen dienen zo snel mogelijk verwijderd en vervangen te worden.
Wees dus altijd alert als je ergens een kevertje in jouw woning vindt, ook al zien ze er klein en schattig uit!