Deel 1: Kraaiachtigen in jouw tuin...

Mensen hebben snel de neiging te houden van alles wat aaibaar is. Neem nu op de voedertafel: meesjes, roodborstjes, mussen en allerlei veel gekleurde vinkachtigen zijn meer dan welkom en we hebben allen het liefst dat ze met velen tegelijk komen smullen van al dat lekkers.

Maar daar komt de kauw, en daar een ekster en op de koop toe gaat de gaai er een uurtje later met de laatste vetbol vandoor. De kraaiachtigen worden het liefst uit de tuin verbannen met op kop die vervelende, lawaaimakende, arrogante kauwen. In de winter verjagen ze al de kleine zangvogels en in de zomer roven ze nesten leeg waar ze kunnen.

Vetbolvoedersilo kleine vogels
^€7⁹⁹
Professionele vangkooi voor ongewenste dieren - L
^€54⁹⁹

Wat moeten we daar nou mee?

Eerst en vooral verdienen deze slimme rakkers natuurlijk ook iets extra tijdens de koude wintermaanden. Voeder daarom op verschillende plaatsen in de tuin en bescherm minstens één voederplaats tegen de grotere zangvogelsoorten, want ook kraaiachtigen zijn zangvogels.
Steek vetbollen in een aangepaste silo waar enkel de kleintje bij kunnen of gebruik een kleine voedertafel waarop grote vogels moeilijk of niet kunnen landen. Voeder ook op verschillende niveaus: in de bomen (aan dunne twijgen en dikke takken), op de grond en op de voedertafel. Zo wordt het moeilijker voor één soort om het gehele aanbod op te eisen.

In mijn tuin eten de grote soorten mee met de kippen terwijl de kleintjes veilig en wel op de voedertafel peuzelen. Ander zoeken toevlucht aan de voederplaatsen bij ons huis waar grote vogels (merels, duiven, kraaiachtigen) geen toegang hebben.

Kauw (Corvus monedula)
Kleiner dan de kraai met opvallende grijze hals.

Kraai (Corvus corone) - Volledig zwart. Daarnaast kan een beetje gezonde concurrentie geen kwaad, het houdt zowel de kleine als de grote zangvogels alert, zo gaat het nu eenmaal in de natuur. Het klopt dat kraaiachtigen wel eens een nest roven maar ze zorgen er ook voor dat merels bijvoorbeeld hun nesten beter gaan verstoppen in dicht struikgewas. Je kan er ook voor zorgen dat er in de tuin voldoende veilige nestplaatsen zijn voor kleinere zangvogels: dicht struikgewas, gemengde hagen (haagbeuk, meidoorn, hulst, taxus) en verschillende nestkasten zijn een ideale oplossing.

Bovendien is reeds aangetoond dat de aanwezigheid van kraaiachtigen weinig of geen invloed heeft op het vogelbestand. Kleine zangvogels vormen slechts een heel klein aandeel op het menu van de kraaiachtigen, daarnaast eten zij ook: ongewervelden, fruit, zaden, eetbaar afval van de mens maar ook heel wat aas.

Vergeet niet dat kraaiachtigen heel wat vuil werk opknappen: het zijn namelijk de gieren van Vlaanderen. Ze ruimen heel wat kadavers langs de Vlaamse wegen op en houden ons ecosysteem op die manier, als aaseters, gezond.