Moestuinplannen maken in januari
Als de eerste zonnestralen doorheen de wolken breken, beginnen onze groene vingers al gauw te kriebelen. Naast het oogsten van de laatste wintergroenten zoals spruitjes, winterprei en schorseneren, is het voor het echte moestuinwerk nu nog wat te vroeg. Maar we kunnen wel al grootse plannen maken, bepaalde voorbereidingen treffen en dromen van een rijke oogst. Heb je nog geen moestuin dan kan je misschien overwegen om er één aan te leggen. Het is een leuke periode om te starten en je hebt nu nog tijd om je voldoende te informeren en het nodige materiaal aan te schaffen.
Het moestuinieren begint met het kiezen van de juiste zaden en het maken van een plan. Een correcte indeling van de ruimte die je hebt gereserveerd voor jouw groentetuin, rekening houdend met een aantal belangrijke factoren zoals de beschikbare oppervlakte, oriëntatie, bodemkwaliteit, licht/schaduw,…
Heb je niet veel plaats zaai of plant dan groenten die je moeilijker in de winkel vindt zoals augurken of groenten die je best zo vers mogelijk eet zoals radijzen, rucola en aardbeien.
Ben je een beginnende moestuinierder kies dan voor eenvoudige groenten met een grote kans op slagen: pompoenen en courgetten, radijzen (waarbij ook het loof eetbaar is en heerlijk is als je het vers kan oogsten), aardappelen, wortelen, prei,… Heb je enkel een terras of balkon dan kan je ook gebruik maken van een kweekbak/vegtrug of een verhoogde moestuintafel. Je hoeft ook niet onmiddellijk alles zelf te gaan zaaien maar je kan ook plantgoed kopen.
Hoe dan ook, wroeten in jouw eigen moestuin werkt rustgevend en je harde werk wordt beloond met heerlijke groenten en vruchten die je zelf hebt gekweekt en kunt oogsten! Supervers, vaak goedkoper, het kan volledig biologisch en het is ook nog eens beter voor het milieu. Redenen genoeg om een eigen moestuin aan te leggen.
Zaden selecteren en bestellen
Zaden kan je op een donkere en droge plek doorgaans 2 à 3 jaar bewaren. Met één zakje zaad ben je dus al gauw een aantal jaren zoet. Bij het langer bewaren neemt de kiemkracht doorgaans af en zal de kans op slagen afnemen. Januari is het moment om oude zaden te controleren en nieuwe in huis te halen. Wacht met het bestellen niet te lang want speciale rassen en soorten zijn vaak snel uitverkocht. Voor een doorsnee moestuin heb je een twintigtal soorten nodig.
Het aanbod is vaak zo groot dat je al gauw het bos door de bomen niet meer ziet. Wil je volledig biologisch te werk gaan, kies dan ook voor biologische zaden. Ze zijn afkomstig van biologisch gekweekte planten waar geen chemische bestrijdingsmiddelen aan te pas zijn gekomen. Voor de klassieke zaden worden wel chemische middelen ingezet en plantenhormonen gebruikt.
Vaak zie je ook de aanduiding F1 op de verpakking staan. Dit zijn zaden die voortkomen uit een kruising tussen twee verschillende cultivars van een plant. Ze worden geselecteerd om hun goede eigenschappen zodat de nieuwe plant sterker is, een grotere opbrengst heeft of een grotere weerstand tegen ziekten. Uit deze planten kan je zelf geen bruikbaar zaad winnen.
Heb je nog niet veel ervaring, kies dan voor plantgoed. Dat maakt de kans op slagen groter, ze zijn minder kwetsbaar dan zaailingen en je hebt sneller resultaat.
Zaaibedden klaar maken
Eens het wat droger is en de grond niet meer aan je laarzen blijft kleven, kan je de zaaibedden klaar maken. Hark de grond fijn en verwijder plantenresten uit de grond als dat nog niet is gebeurd. Verrijk de bodem met compost, organische meststof, kalk of bentoniet waar nodig. Het ondermengen van bentoniet is ideaal voor zandgronden. Het zijn kleimineralen die er voor zorgen dat de grond beter vocht en voedingsstoffen vast houden. Leg een vliesdoek op de plek waar je gaat zaaien om de bodem al wat op te warmen.
Nu al zaaien
Kan je je echt niet meer inhouden dan kan je al bepaalde soorten gaan zaaien in een verwarmde ruimte. Bij minimaal 20°C kan je bijvoorbeeld kropsla, prei, selder, zomerpostelein, knolselder en broccoli zaaien. Vanaf eind januari kan je ook erwten en tuinbonen zaaien. Voor het zaaien gebruik je best geen zaaigrond van het jaar voordien. De grond kan schimmels bevatten en jouw zaailingen aantasten. Zaaitrays met een waterreservoir zijn heel handig en zorgen voor een goede kieming.
Slakken bestrijden
Neem nu ook al voorzorgen tegen slakken. Als je de grond hebt bedekt met een mulchlaag zullen er zich zeker slakken hebben genesteld. Strooi alvast wat slakkenkorrels of plaats slakkenvallen met bier. Zo ben je de slakken voor en voorkom je een plaag in de zomer.
Aardappelen
Zelf aardappelen kweken is heel leuk en je hebt er geen grote moestuin voor nodig. Het kan heel eenvoudig met behulp van kweekzakken en ze passen ook op een klein terras of balkon.
Je kan pootaardappelen kopen of je kan zelf aardappelen laten kiemen. Kiemen kan makkelijk in eierdoosjes. Leg de aardappelen in het doosje en zet ze op een koele plaats met veel licht maar niet in de volle zon, bij een temperatuur rond 10°C. Het duurt ongeveer 5 weken tot de scheuten één cm groot zijn. Laat de aardappelen tegen half/eind februari kiemen zodat ze tegen eind maart de grond in kunnen.
Afwisseling
Elke plant neemt verschillende voedingsstoffen op uit de bodem. Het is daarom belangrijk om elk jaar af te wisselen en niet jaar na jaar dezelfde soort op dezelfde plek in de moestuin te zaaien of te planten. Dit voorkomt uitputting van de grond maar is ook goed om de vespreiding van ziekten en plagen tegen te gaan. Plant ook bloeiende kruiden zoals bernagie, bieslook, zonnebloemen, venkel en dille tussen de bedden om bijen en andere insecten te lokken. Ze bevorderen de bevruchting en voorkomen vervelende plagen. Ook vogels zullen jouw tuin dan graag bezoeken en plaaginsecten helpen de kop indrukken.