Hardhout of zachthout, duurzaamheid versus ecologie.
Tuinhout of hout bestemd voor buiten of voor in de tuin wordt tegenwoordig overal aangeboden en dit in tal van verschillende verschijningsvormen. We kennen houten nestkasten, houten voedertafels maar ook tuinpoorten en tuinschermen en de alomtegenwoordige moestuinbak of verhoogde moestuintafel.
Hout is een natuurproduct en het gekende gezegde ‘hout leeft’ is een belangrijk aspect waar wij absoluut rekening mee moeten houden. Het neemt vocht op, geeft vocht af, zet uit en durft wel eens te krimpen. We delen de verschillende houtsoorten op in verschillende duurzaamheidsklassen en die worden bepaald door de natuurlijke weestand van de onbehandelde houtsoort tegen de aantastingen van insecten en schimmels.
Grenenhout is afkomstig van het hout van de grove den (Pinus- soorten). Het is pakweg de meest gebruikte houtsoort in de Benelux voor allerhande toepassingen. Natuurlijke Europese grenen bevat heel veel kwasten en dit is naast de beperkte duurzaamheid meteen één van de hoofdkenmerken. Grenenhout voor het gebruik in de tuin dient altijd kwalitatief geïmpregneerd te worden om een lange levensduur te garanderen. Het hout wordt heel vaak gebruikt als constructiehout in de woningbouw en dit meestal op niet zichtbare plaatsen, ook hier is een duurzame behandeling steeds aan te raden. Een andere dennenhout- soort, die veelal samen met grenen over dezelfde kam wordt geschoren, is het vurenhout. Deze houtsoort is echter afkomstig van de fijnspar (Picea abies), die kennen we allen beter als de kerstboom in zijn eenvoudigste vorm. Vurenhout wordt heel breed toegepast als constructiehout in de vorm van balken en latten voor het gebruik in daken en schuren, ook als tuinhout is het populair voor weidepalen, balken, latten en zelf terrasplanken. Ook vurenhout heeft een beperkte duurzaamheid en dient dus kwalitatief behandeld te worden.
Een dennensoort die wel duurzaam hout levert is de ceder (Cedrus). Dit duurzame hout wordt vaak gebruikt als gevelbekleding en dakafwerkingen omdat het nagenoeg onderhoudsvrij is. Het trekt zelden scheef en gaat gemakkelijk 20 jaar mee indien onbehandeld. Uiteraard zal het in natuurlijke omstandigheden vergrijzen onder invloed van de weersomstandigheden, dit kan je tegengaan of gaan verzachten door het gebruik van oliën. Met een relatief licht soortelijk gewicht en een zeer goed isolerend vermogen is het een uitstekende houtsoort voor allerhande toepassingen. Nestkasten uit ceder zijn iets duurder in aankoop maar uiteraard opperbest voor onze tuinvogels.
Bij het gebruik van hout streven wij meestal naar duurzaamheid. Bij duurzaamheid denken wij onmiddellijk aan de vele beschikbare tropische hardhoutsoorten die we vinden voor het maken van houten terrassen, porches, tuinpoorten, houten gevels, carports en pergolas. Het aanbod is groot, enkele duurzame en bovendien veelgebruikte soorten zijn Padouk (Afrika), Ipé (Brazilië) en Bankiraï (Zuidoost- Azië). In tegenstelling tot het zachthout zijn deze hardhoutsoorten heel duurzaam en dient er steeds voorgeboord te worden bij het gebruik van schroeven voor de bevestiging. Het hout wordt vaak onbehandeld toegepast waarbij men natuurlijke vergrijzing toestaat.
Voor tuinmeubelen vernoemen we het bekende teakhout (Indonesië) en als constructiehout voor tuinwerkzaamheden, houten keerwanden en oeververstevigingen is Azobé (Afrika) een heel gekende hardhoutsoort. Azobé is bijzonder zwaar en quasi ongevoelig voor vochtwijzigingen.
Een belangrijk aspect dat we niet over het hoofd kunnen kijken is de combinatie van het gebruik van duurzaam hout en het belang van de ecologische factor. Dit brengt ons bij natuurlijke duurzame houtsoorten van lokale herkomst en dus inheemse soorten. Dit staat lijnrecht tegenover de tropische hardhout soorten en het chemisch geïmpregneerde dennenhout maar is in het belang van mens en dier steeds de beste keuze, denk maar aan de gekweekte groente in jouw ecologische houten moestuinbak. Kijk dus even uit en onderzoek het gebruik van de valse acacia (Robinia), de tamme kastanje (Castanea sativa), Europese eikensoorten (Quercus), de hazelaar (geslacht Corylus) en de wilg (Salix). Deze inheemse loofhoutsoorten worden reeds vaak toegepast als tuinschermen, palissaden, weide- of boompalen, speeltoestellen, tuinpoorten en zelfs als terrasplanken.
Kies steeds voor hout met een erkend label dat garant staat voor een ecologische herkomst, dit geldt zowel voor zachthout, hardhout als inheemse houtsoorten. Steek je licht ook eens op over het gebruik van terrashout uit geperste bamboestrips of het opkomende Thermowood waarbij een thermische behandeling voor een hogere duurzaamheidsklasse zorgt. Maar denk eraan, aan duurzaamheid hangt steeds een prijskaartje!