De haag als het groene behang van je tuinkamer
Heb je wel eens met afgunst gekeken naar die weelderige villa- of kasteeltuinen omzoomd met prachtig getrimde heggen? In ons dichtbevolkte land is een eigen stukje grond waar je van alles mee kunt doen een groot goed. Je tuin hoort je paradijs te zijn: beschut, rustig en met een natuurlijke uitstraling, het liefst het hele jaar door. Op deze plek, bij je eigen huis, kun je de verandering van de seizoenen beleven.
Hagen breken de wind, dempen de geluiden van het verkeer, zijn een broedplaats voor vogels en herbergen talloze nuttige insecten. Ze maken de tuin behaaglijk, ze houden het zwerfvuil buiten en bovendien is de keuze in hagen uiterst ruim. Je hebt ze in alle vormen en kleuren. Maar, hoe ga je nou te werk als je een haag wilt planten?
Veel te kiezen
Ga je een haag planten aan de rand van je tuin? Dan is het erg praktisch om met je buren te overleggen. Tenslotte is een deel van hun grondgebied hier ook bij betrokken. Dan moet je uit het ruime aanbod een keuze zien te maken. Bedenk daarbij: een haag gaat vele jaren mee. De soortkeuze hangt natuurlijk allereerst af van wat je mooi vindt, maar ook van de plek waar je woont, de grondsoort in de tuin, voor welk doel je de heg nodig hebt (afscherming of sier), de gewenste hoogte van de heg en de beschikbare ruimte in de tuin. Afhankelijk van die ruimte kun je kiezen voor een bloeiende haag, een combinatiehaag, een landschapshaag of wilde haag, een hoge haag, een lage haag, een dikke of een dunne heg.
De begrippen haag of heg worden trouwens door elkaar gebruikt, maar met beide worden beplantingen van dicht bij elkaar staande struiken of heesters bedoeld. In oorsprong was dat bedoeld als erfafscheiding. Maar, een mooie klimophaag tussen jouw balkon en dat van je buren is net zo effectief.
Groenblijvers
Groenblijvende heggen hebben zo hun winterse voordelen. De laurierkers (Prunus laurocerasus ’Rotundifolia’) is een ontzettend sterke plant die het op vrijwel alle grondsoorten goed doet. Je kunt hem gemakkelijk herkennen aan de grote, heldergroene, glanzende bladeren. Het is een snelle groeier: wel zestig centimeter per jaar. Hou hem in het gareel door twee keer per jaar te snoeien. Een haag van laurierkers vormt een mooie achtergrond voor bloembedden in verschillende kleuren.
Snelgroeiers
Niet alleen voor KerstmisDe bekende haagliguster (Ligustrum ovalifolium) is nog steeds zeer populair. Geen wonder, de plant is half tot volledig wintergroen in zachte winters, heeft een snel groeitempo en een lage aanschafprijs. Wel heeft hij twee tot drie snoeibeurten per jaar nodig. Een mooie ligusterhaag bestaat uit vijf tot zes planten per meter.
Er zijn ook groenblijvende hulstsoorten die het in ons klimaat goed doen als haag. De echte beshulst (Ilex ‘Pyramidalis’) geeft zeer veel (rode) bessen. De dichtvertakte planten (altijd goed voor een haag) laten zich uitstekend snoeien. De Ilex kan over het algemeen zo rond de zes meter hoog worden met een plantafstand van 45 cm. De meeste hulsttypen groeien langzaam, maar Ilex crenata - die sterk lijkt op Buxus - groeit heel wat sneller.
Bladverliezers
Bladverliezende haagplanten hebben als voordeel dat ze vaak goedkoper met kale wortel aangeboden worden. Je moet ze wel direct in water zetten en zo snel mogelijk planten. Graaf daarvoor een sleuf (circa vijftig centimeter breed) over de benodigde lengte. Verbeter de grond in de sleuf met compost. Dompel de wortels nog even in water, leg de planten klaar. Zet de eerste plant rechtop en vul de aarde rondom het wortelgestel een beetje aan. De volgende planten inplanten op een gelijke afstand van circa 25 centimeter. Water geven, en bij aanhoudend droog weer water blijven geven.
Als je wilt dat een nieuw geplante haag in het naderende voorjaar goed uitloopt, moet je voor eind februari terugsnoeien. Dit geldt vooral voor soorten als liguster en haagbeuk (Carpinus). Let er bij het snoeien op dat de hagen aan de voet breder blijven dan aan de top, zodat ook de onderste takken en bladeren voldoende daglicht krijgen. Met voldoende voeding blijven hagen mooi gesloten en zoveel mogelijk gevrijwaard van ziekten. Zo kun je lekker lang van je privacy blijven genieten in je eigen tuinkamer.