Geen winterdip in de tuin
Hoe meer wintergroene planten, hoe groener en levendiger je tuin oogt, en hoe beter jij je voelt. Want alleen al het simpele feit van naar een tuin met veel groen te kijken, pept een mens op. Groen remt opkomende winterdips, het maakt rustig, brengt emoties in evenwicht en geeft je het gevoel dat de lente toch niet meer zo ver weg is. Bovendien gaan wintergroene planten in de winter niet in rust maar groeien (zij het op een lager pitje) door, zodat je tuin toch altijd levendiger aanvoelt. Sommige groenblijvers zijn niet helemaal bladhoudend: rododendrons, bamboe en steeneiken laten regelmatig wat dode blaadjes vallen, maar ze staan er wel 365 dagen per jaar groen bij, ook hartje winter.
Groene haag geeft rust
Wintergroene hagen en snoeivormen houden ook de structuur van je tuin overeind, tussen de rommelige plantenresten in de border en de kale boomkruinen. Precies zoals een opgeruimd huis je hoofd leeg maakt, zorgt zo'n overzichtelijke tuin voor rust. Het is vooral nu, wanneer zowat alle kleur uit de natuur verdwenen is, dat die groene silhouetten het meest tot hun recht komen. Hoge groenblijvende hagen zoals taxushagen zorgen voor een hermetisch scherm, maar vind je dat zo’n taxusmuur je teveel afsluit, neem dan beuk (Fagus). Die oogt niet groen, maar verliest z’n blad pas tegen mei, zodat je hartje winter toch kleur en structuur houdt. Combineer met lagere wintergroene hagen of snoeivormen van taxus, hulst of schijnhulst (Osmanthus):. Hulst is een goedkoop en ijzersterk alternatief voor taxus. Naast z'n feestelijk kerstblad krijg je er, afhankelijk van de soort, nog prachtige rode bessen bovenop. Voor een haag heb je geduld nodig want hulst groeit maar langzaam.
Tuin op wolken
Groenblijvende wolken en andere organische vormen zorgen in de donkerste maanden voor veel dynamiek in de tuin. Met maar één accent, bijvoorbeeld tegen het huis of als onderbreking in de border, heb je al veel effect. Struikkamperfoelie (Lonicera nitida) is een krachtige groeier die zich daar goed toe leent. Het blad gelijkt wat op buxus maar de plant is veel minder ziekte- en plagengevoelig en groeit sneller. Laat de eerste jaren vrij groeien, tot de struiken ongeveer de hoogte hebben bereikt die je voor ogen hebt, en begin dan pas met ze in vorm te snoeien. Liever geen gesnoei? Er zijn genoeg groenblijvende struiken met een mooie natuurlijke vorm zoals Japanse hulst (Ilex crenata) of groenblijvende bamboe (Fargesia) die niet woekert. Struikklimop (Hedera helix ‘Arborescens’) klimt niet over de grond of tegen muren maar vormt een mooie bolle struik met trosjes zwarte winterbessen: ideaal voor een plek met wat meer schaduw. Of plant een vleesbes (Sarcococca). Dit compact ministruikje met glimmende blaadjes geeft heerlijk zoetgeurende witte bloemen van januari tot maart en is een prachtplant voor een (stads)tuintje met niet veel zon.
Overdrijf niet met groenblijvers; het is net de combinatie met bladverliezende planten, die een tuin spannend maakt. Beperk hun aantal tot 10 of 20 procent van alle planten in je tuin. Zolang het niet vriest, kun je nu groenblijvers in pot planten, exemplaren met blote wortel mogen pas vanaf april de grond in.