Dragon of Artemisia dracunculus
Asteraceae – composietenfamilie
Artemisia dracunculus, ofwel dragon wordt ook wel drakenkruid genoemd. In het Latijn betekentdracunculus zoveel als klein draakje. Dit qua uiterlijk niet zo bijzondere kruid, wordt in de culinaire wereld zeer gewaardeerd vanwege dat speciale vleugje anijs met een licht bittertje.
Kenmerken van dragon of Artemisia dracunculus
De twee belangrijkste zijn de Franse dragon (die ook wel de Duitse wordt genoemd) en de Russische. Ze kunnen makkelijk met elkaar verward worden, want de verschillen zijn minimaal. Daarbij is het ook niet altijd duidelijk welk plantje je koopt. Wanneer dragon in de winter dood gaat in de tuin, weet je vrijwel zeker dat het de Franse is, de Russische is namelijk winterhard.
Frans dragon – Artemisia dracunculus
De Franse dragon wordt rond de 90 centimeter hoog, de stengels zijn hoekig en vertakken zich snel. Het blad is glanzend donkergroen, wat dooraderd, lijnvormig en heeft een verfijnde smaak met anijs- en vinkeltinten. De bloemetjes zijn zeer onopvallend en bloeien in juli en augustus in een onbestemd soort geelgroen. Vaak bloeit dragon hier niet en vindt er geen zaadontwikkeling plaats. De Franse is zelfs zo kwetsbaar dat hij beschermd moeten worden in de winter met een laag stro, blad of vliesdoek. Zelfs dan is het nog geen garantie dat dit kruidje een strenge winter overleeft.
Russische dragon – Artemisia dracunculoides
De Russische wordt groter dan de Franse dragon, rond de 1,25 meter hoog. Het kruid komt ui de grond vanaf maart / april en schiet daarna als een speer omhoog. De Russische is in tegenstelling tot de Franse zeer wintervast. Hij is minder uitgesproken van smaak, maar kan toch na een aantal jaren op dezelfde plek meer smaakpalet ontwikkelen. Ik heb een zeer winterharde dragon in de tuin – dus waarschijnlijk een Russische – die behoorlijk goed op smaak is. Weliswaar niet zo delicaat als de Franse, maar prima geschikt om er een goede dragonazijn mee te maken.
Dragon telen
- Zaaien:
De Franse dragon komt in ons land niet tot zaadontwikkeling. Zaad van de Russische dragon is wel te koop; Zaai van maart tot juni in een kweekbak en plant vervolgens de jonge zaailingen uit. Een plantafstand van 40 tot 50 centimeter is aan te bevelen. Vanaf half mei kan rechtstreeks in de volle grond gezaaid worden. - Scheuren:
Oudere planten kunnen in het voor- of najaar gescheurd worden. Steek daarvoor een deel van de plant af of haal de hele pol eruit en verdeel in stukken. - Kant-en-klaar:
Voor de Franse dragon geldt dat je het best met een plantje bij de (biologische) kweker kunt beginnen. Vaak wordt de Artemisia dracunculus Senior verkocht, een half-winterharde en smakelijke cultivar die biologisch gekweekt kan worden. - Teeltzorgen:
Dragon houdt niet van vochtig weer. Dan kunnen de planten gaan rotten, zelfs zo erg dat ze verwelken en afsterven. Terugknippen is de beste optie en hopelijk herstelt de plant. Er zijn jaren dat het kruid populair is bij spuugbeestjes (de schuimcicade is een larve van een wants). Daar heb je in principe weinig last van, een gezonde plant overleeft dat wel. Als dragon aangetast wordt door schimmelziekten als witte roest of poederige en valse meeldauw is dat ingrijpender, daarvoor geldt helemaal terug snoeien.
Oogsten, drogen en bewaren
Van een volwassen plant kan je gerust afknippen wat nodig is, daar komt dragon echt niet mee in de problemen. En zo houd je meteen het rommelige uiterlijk een beetje in bedwang. Dragon wordt gedroogd op 35 graden, invriezen is ook een mogelijkheid. Oogst daarvoor het verse kruid, rits de blaadjes van de stengel en doe ze in een plastic zakje dat goed afsluitbaar is. Rol alle lucht eruit, zet de datum en naam erop en vries snel in. Invriezen (in ijsblokbakjes) van het kruid is ook mogelijk in water, bouillon of olie. Ingevroren of bewaard in geclarifieerde boter maakt dragon ook lang houdbaar. Dit bijzonder kruid is zeer geschikt om op azijn te zetten.
Koken
Dragon combineert heel goed met vlees en vis en schaal- en schelpdieren zoals kreeft en mosselen. Kip met mosterddragonsaus is een klassieker, met uiteraard een flinke scheut witte wijn erbij. Aan gebakken paddenstoelen wat verse gehakte dragon toevoegen met een drupje citroen, peter, zout en een vleug knoflook is heerlijk en een voorjaarsomelet met fines herbes doet daar niet voor onder. Dragon past goed in dressings, kruidenboters, mayonaise of maak er eens een azijn van.
Meer weten of dragon of andere kruiden?
Lees meer in het boek