De veenmol: beschermen of bestrijden
Een ietwat bizar en prehistorisch lijkend diertje dat een verborgen leven leidt: de veenmol. Nee, geen echte mol maar een groot insect dat behoort tot de onderorde van de krekels, de Ensifera. Om die reden wordt de veenmol ook wel aardkrekel of molkrekel genaamd. En aan zijn uiterlijk te zien heeft hij zijn naam niet gestolen! Maar waarom is hij niet geliefd bij tuinliefhebbers?
Hoe herken je de veenmol?
Veenmollen (Gryllotalpa gryllotalpa), die tot 2 jaar oud kunnen worden, hebben een bijzonder gedaante. Hun roodbruine camouflage pak maakt hen vrijwel onopvallend in de aarde. Alhoewel, want ze zijn toch wel vrij groot.
- De vrouwtjes zijn makkelijk van de mannetjes te onderscheiden omdat ze nog groter zijn van gestalte. Mannetjes worden doorgaans 35 tot 45 mm lang, vrouwtjes 45 tot 70 mm. Hiermee is het één van de grootste insecten die in West-Europa voorkomen.
- Kenmerkend is hun achterlijf dat lijkt op dat van een krekel.
- Vrouwtjes hebben geen legboor zoals het merendeel van hun soortgenoten. De twee behaarde uitsteeksels aan hun achterlijf gebruiken ze als tastorgaan, vooral nodig bij het achteruit lopen in hun gangen. Ja, want ze kunnen zich zowel vooruit als achteruit bewegen.
- Hun sterk ontwikkelde voorpoten, waarmee ze ondergrondse gangenstelsels graven, lijken op die van een mol. Ze zijn voorzien van klauwen waardoor ze er best griezelig uitzien.
- Het bovenlichaam is gepantserd en zowel hun kop als schild zijn bedekt met zachte haartjes.
- Ze hebben relatief kleine antennen.
- Hun voorvleugel is relatief kort terwijl de achtervleugel langer is.
Hun leefgebied
In bepaalde delen van Nederland komen ze frequenter voor maar verder is het een vrij zeldzaam dier. De veenmol werd lang als bedreigd aanzien maar hun aantal lijkt nu stabiel en ze zijn niet langer in gevaar. Op de Rode Lijst staan ze dus niet meer als bedreigd aangegeven. Op wereldvlak strekt hun leefgebied uit van West-Europa en Noord-Afrika tot in de Kaukasus.
Je vindt ze vooral in gebieden met veengrond of op zandbodems. Ze houden van een losse en vochtige grond die ze vinden aan oevers en beken, in duinvalleien, op landbouwgronden maar ook in (moes)tuinen. Daar graven ze hun gangen en gaan ze net onder het oppervlak op zoek naar voedsel. Ook de voortplanting gebeurt ondergronds. Ze verschansen zich graag onder stenen en stukken hout.
Door hun ondergrondse levensstijl moet je toch wat geluk hebben om ze effectief te zien en veel hangt af van waar je woont. Maar met een beetje geluk zie of hoor je ze wel...
Zingen veenmollen?
Op warme voorjaarsavonden weerklinkt hun gezang. Om vrouwtjes te lokken, zingen de mannetjes hun beste lied, dat bestaat uit een lage en monotone trilling, een klank die nog wel eens wordt verward met het geluid van de rugstreeppad.
Het voorspel begint met het graven van een holletje. Vervolgens neemt hij plaats aan de ingang waar de akoestiek op z'n best is zodat zijn liefdeslied over een grote afstand kan opgevangen worden. Wie op zijn boodschap ingaat komt naar het mannetje toe en de paring volstrekt zich op diezelfde plaats. Het vrouwtje legt na de paring een 300 tal eieren waarvoor ze een kraamkamer heeft ingericht. Het aardoppervlak wordt rondom het nest gevrijwaard van planten zodat de zon het aardoppervlak op die plek lekker warm kan houden.
Het vrouwtje doet aan broedzorg, een uitzonderlijke eigenschap onder krekels en sprinkhanen. Ze bewaakt het nest en houdt de eieren schoon door ze te likken. Na 10 tot 45 dagen komen de nimfen uit hun ei gekropen en bekommert de moeder zich verder over haar jongen. Een aantal weken later verlaten ze het ouderlijk nest. Het duurt immers nog anderhalf jaar voordat ze volwassen zijn.
Veenmollen bestrijden
Tuinliefhebbers zijn veelal geen fan van veenmollen. Terwijl ze hun gangen graven, vreten ze aan de wortels van planten en kunnen ze dus best wat schade aan gewassen teweegbrengen. Door het omwoelen van de grond kunnen ze ook een ravage aanrichten bij jonge planten. En omdat de moestuin een voedzame bodem heeft, is het één van hun favoriete plekjes! Bij het spitten kom je er misschien wel eentje tegen.
Veenmollen bestrijden is doorgaans niet nodig, besef ook dat hun aantal in de Benelux nog steeds schaars is, ook al komen er in jouw streek misschien meer voor. Ondanks de schade die ze aan bepaalde gewassen kunnen aanrichten, zijn het ook nuttige insecten. Want ze hebben geen strikt plantaardig dieet, ze lusten bij voorkeur insectenlarven en regenwormen. Andere ongewenste gasten zoals ritnaalden en engerlingen, worden hierdoor op een natuurlijke manier bestreden. laat ze dus gewoon in jouw tuin zitten. Richten ze toch te veel schade aan? Verplaats ze dan naar een ander biotoop waar ze zich goed voelen. Gebruik in geen geval chemische bestrijdingsmiddelen.
Veenmollen bewijzen tevens hun nut in de voedselketen. Zo zijn ze op hun beurt een lekkere maaltijd voor de hop, één van de mooiste vogels van Europa. Door de veenmol te beschermen kunnen we de hop misschien terugbrengen als broedvogel in Vlaanderen.
- Ook andere vogels zoals kraaien, spreeuwen en roeken hebben de veenmol op hun menu staan. Door jouw tuin aantrekkelijk te maken voor vogels maar ook voor andere dieren, houd je de veenmol tot een welgekomen gast zonder dat er een plaag kan ontstaan.
- Nestplaatsen van de veenmol kan je herkennen aan plekken met geel verdroogde planten.
- Woon je in een gebied waar er nog veel veenmollen voorkomen? Maak dan een barrière met een wortelbegrenzer rondom kwetsbare gewassen. Veenmollen zijn verlekkerd op wortelen. Graaf het wortelweringsscherm een 20 tal cm diep in zodat ze niet tot bij de penen kunnen graven.
- Of kweek groenten in potten of in kweekbakken.