Moestuinieren in juli: oogsten en tuinplagen
De zomer is een van de drukste tijden in de moestuin. Door het warme weer bloeien planten volop en al snel hangen ze vol met heerlijke vruchten. Om dit te bereiken, hebben ze regelmatig water en extra voedingsstoffen nodig. Hieronder lees je wat je in juli kunt oogsten en voor welke plagen je moet oppassen.
Moestuin:
Buiten in de volle grond:
- Voorbereiding op het najaar: zaaien van snel groeiende en vorstbestendige groenten zoals uien, winterandijvie, pastinaak, groenlof en roodlof, veldsla, winterpostelein, radijsjes, worteltjes, Chinese kool, tuinrapen, bloemkool, stamslabonen, struikbonen, kervel, knolvenkel, tuinrapen, kropsla, peterselie, rode biet, spinazie, winterrammenas,...
Bekijk ook onze zaai- & oogstkalender voor de groentetuin. - De tomaten die buiten groeien mag je toppen nadat ze vier vruchttrossen hebben gevormd. In ons klimaat krijgt een vijfde tros geen kans om rijp te worden en kunnen de planten al hun energie gebruiken voor de eerste vier trossen. Nijp de planten in tot één blad boven de vierde tros. Om mooie grote vruchten te bekomen, kun je bijmesten met een meststof met een hoog kaligehalte. Blijf de planten ook dieven en aanbinden zodat ze niet doorzakken.
- De groenten groeien goed, maar ook het onkruid groeit snel. Regelmatig wieden en schoffelen is dus nodig. Verwijder het onkruid met de hand zodat de groenten niet beschadigd raken en het werk niet voor niks was.
- Stoksnijbonen en pronkbonen mag je toppen van zodra ze de bovenkant van hun steunstokken bereiken. Door de top uit te knijpen zullen de planten meer zijscheuten produceren waardoor je een betere oogst bekomt.
- Andere plukrijpe groenten deze maand zijn knoflook, uien, artisjokken, komkommer, paprika, aubergine, augurk...
- Laat aardappelen na het rooien nog enkele uren in de tuin drogen vooraleer ze naar binnen te brengen. Borstel daarna de aarde eraf. Direct afspoelen na het rooien met water is ook mogelijk, maar dan moeten ze langer drogen. Het drogen zorgt voor smaak in de aardappel.
- Laat courgettes niet langer worden dan ± 20 cm. Grotere exemplaren smaken minder lekker en zorgen ervoor dat de plant uitgeput geraakt.
- Wees alert voor de tomatenziekte en de aardappelziekte. De bladeren krijgen roestbruine vlekken en worden vervolgens zwart en sterven af. Aangetaste tomatenplanten gooi je weg en bij aardappelplanten verwijder je de bovengrondse delen zodat je de knollen later nog kunt oogsten. Het best kan je preventief spuiten met een gepast bestrijdingsmiddel.
- Geef bij droog weer regelmatig water. Zo voorkom je dat de planten voortijdig doorschieten en zaad vormen waardoor ze taai en onsmakelijk worden. Het makkelijkste is het geven van water met een druppelslang of met een bewateringssysteem met regelbare druppelaars.
In een tuinkas of onder glas:
- Bij warm en zonnig weer is het belangrijk om de serre goed af te schermen met bv. een witvast schermmiddel.
- Ook regelmatig beluchten helpt de planten overleven op té warme dagen. Laat daarvoor de ramen zoveel als mogelijk dag en nacht open staan, maar voorkom tocht. Een automatische raamopener zorgt steeds voor een optimale ventilatie van de tuinkas.
- Grijp tijdig in tegen kleine plantenetende insecten zoals witte vlieg en bladluizen.
- Geef groenten onder glas regelmatig water. Zeker meloenen en komkommers houden van veel water. Giet bij voorkeur 's morgens zodat de gewassen de nachten droog in kunnen gaan.
- Als tomaten beginnen rijpen mag je niet meer royaal water toedienen. Door de grote hoeveelheid water groeien de vruchten te snel waardoor de velletjes scheuren en de tomaten open barsten.
- Door watergebrek kan er ook neusrot ontstaan bij jouw tomaten. De plant krijgt dan bruine vlekken onderaan de vruchten. Om neusrot en splijten van de vruchten te voorkomen kun je best regelmatig en gelijkmatig water toedienen.
Fruittuin:
- Na de oogst van de laatste aardbeien mag je alle bladeren afknippen. Deze oude bladeren hebben niet veel nut meer voor de planten en kunnen enkel ziek worden of extra energie kosten. Met de bladeren verwijder je ineens ook het stro en wied je eventueel onkruid. Na enkele weken krijgen de planten verse bladeren. Uitlopers van aardbeien kan je afknippen en op een plantbed laten inwortelen.
- Het is ook de tijd voor de zomersnoei van druiven. Krenten van buitendruiven kan deze maand gebeuren. Verwijder ook de bladeren die voor de druiventrossen hangen zodat de zon deze vruchten beter kan bereiken.
- Zomersnoei bij pitfruit (= appels en peren) helpt in juli en augustus om het zonlicht tot aan het fruit te brengen zodat het beter kan rijpen. Het snoeien gebeurd doorgaans een drie à vier weken voor het oogsten van het betreffende fruit.
- Bij appels en peren kun je nu al zien welke vruchten er klein zullen blijven. Deze mag je verwijderen, zodat alle energie naar de andere vruchten kan gaan en deze dikker kunnen worden.
- Steenfruit zoals kersen, krieken, perzik, abrikozen en pruimen worden steeds na de oogst gesnoeid. Dit bij voorkeur bij droog weer zodat de wondes snel opdrogen.
- Bescherm de rijpende vruchten tijdig tegen vogels met een vogelnet zodat je zelf ook nog kan proeven van de nectarines, kersen, abrikozen of perziken.
- Na de oogst van de zomerdragende frambozen, worden de takken die vruchten hebben gedragen tot aan de bodem gesnoeid. Er zullen massaal nieuwe twijgen uit de grond verschijnen die volgend seizoen frambozen zullen dragen. Beperk het aantal takken echter tot maximum tien stuks per plant.
- Zwarte bessen snoei je best onmiddellijk na de oogst. Hierbij snoei je de besdragende takken terug tot op de lager gelegen jongere scheuten.
- Struiken van de braambes bloeien en dragen vruchten op het éénjarige hout. Daarom moet je de lange uitlopers naar de grond leiden en verankeren zodat ze op die plaatsen nieuwe wortels kunnen aanmaken.
- Bescherm rode bessen tegen vogels en insecten want zij vinden ze reeds lekker als wij ze nog te zuur vinden. Bescherm je planten door een vogelnet, insectengaas of bessenstruikjurk over de kruin/vruchten te hangen. Tip: witte aalbessen vallen voor vogels veel minder op en worden dan ook veel minder aangevreten. De smaak van witte bessen is minstens even lekker en zelfs iets zoeter dan de rode variant.
Kruidentuin:
- Door regelmatig kruiden te oogsten, zullen ze steeds nieuwe scheuten aanmaken. Hoe meer jonge scheuten je gebruikt, hoe beter de smaak.
- Planten die door de loop der jaren onderaan kaal geworden zijn, mag je een diepe snoeibeurt geven. De meeste kruiden lopen daarna snel uit met veel jonge twijgjes.
- Sommige houtachtige kruiden zoals rozemarijn, tijm, salie,... behouden hun smaak ook na het drogen. Knip de takjes af en hang ze te drogen op een luchtige plaats.
- Zachte kruiden zoals peterselie, bieslook,... kun je fijn versnijden met een kruidenschaar en vervolgens in ijsblokjes invriezen. Deze kun je dan eenvoudig toevoegen aan alle gerechten die je kookt.
- In juli kun je ook zomerstekken nemen van allerlei kruiden. Citroenverbena, salie, tijm,... komen hiervoor in aanmerking. Neem stekjes van ca. 7 cm lang en steek ze in stekgrond. Na een maand zijn de stekken geworteld en kun je ze oppotten.