Neerhofdieren: Baudet de Poitou of Poitouezel
Ze spreken tot ieders verbeelding, ezels…Voor mij lijkt het een geweldig huisdier en al jaren heb ik een zwak voor het grootste en één van de oudste rassen ter wereld, de franse Poitou ezel. Wat ons onmiddellijk opvalt aan deze ezel is de lange vaak vervilte kastanje tot donkerbruine vacht, de ‘cadanette’.
Ook het grote paardenhoofd met de statige lange oren, tot 34 cm, is bijna volledig bedekt met de lange vacht en steunt op een krachtige hals. Zowel de oogringen als de neus steken geweldig af in het mooie gezicht en hebben een bleekgrijze kleur. Deze mooie aftekening zorgt ook onmiddellijk voor de sympathieke uitstraling van dit ezelras. Ook het rechte beenwerk is behaard. De vervilte vacht hangt vaak tot over de hoeven…noem het krachtige ledematen met brede behaarde voeten.
Mannelijke dieren zijn groter dan de vrouwelijke en er kan een schoftverschil zijn tussen 155 en 135 cm. De schoft springt er niet echt uit waardoor het lijkt dat de hals onmiddellijk overloopt in de lange rechte rug om te eindigen in de weinig uitgesproken heupen en het korte achterdeel. Er is geen aalstreep of schouderkruis te bespeuren.
Het gewicht is gemiddeld 350 kg en kan variëren van 250 tot 500 kg. De Poitou ezel is een vrij rustig ras zonder al te veel streken maar houdt van beweging. Jammer genoeg is deze grote ezel niet geschikt om te berijden en ook als trek- en lastdier heeft het niet de beste eigenschappen. Nu ja, niets in onmogelijk…
De geschiedenis van deze viervoeter gaat al terug tot aan de Romeinen. Het ras genoot een statussymbool onder de franse nobelen tijdens de middeleeuwen en werd officieel geregistreerd in Frankrijk in 1884.
Oorspronkelijk zijn deze ezels gefokt voor het kruisen met sterke paardenrassen ‘Poitevine de Mullassiére’ om op die manier een uiterst groot en efficiënt muildier te ontwikkelen. Het resultaat van deze kruising werd uiteindelijk één van de meest krachtige en populairste lastdieren ter wereld.
Na de industrialisering en het wegvallen van het gebruik van lastdieren kende de Poitou een dieptepunt rond 1980 toen het ras, op een 40-tal exemplaren na, nagenoeg van de aardbol verdween.
De geweldige uitstraling van deze ezel en de unieke karaktereigenschappen maken van deze soort een aangenaam gezelschapsdier.
Het is een populair ras in dier- en wildparken en ook particuliere kwekers genieten met dit ras een behoorlijk aanzien. Het statussymbool geldt dus nog steeds voor deze prachtige ezel die opnieuw behoorlijke aantallen kent.
Merries hebben doorgaans één veulen al is de kans op een tweeling niet onbestaande. Ze dragen 11 tot 12 maanden. Poitou ezels bereiken een gemiddelde leeftijd van 20 jaar.