Basistechnieken: leren snoeien
De onderhoudssnoei van een karakteristieke groep tuinstruiken betreft het doorknippen van stengels van allerlei dikten, van het toppen van jonge scheuten tot het verwijderen van oude takken. Goed onderhouden gereedschap van een goede kwaliteit – een mes, scherpe snoeischaar, takkenzaag en boomzaag – is onmisbaar.
Net als bij andere planten bestaat het primaire snoeiwerk uit het snel weghalen van dode, zieke en beschadigde delen, en van ongewenste groei als teruggelopen scheuten en wortelopslag. Vormsnoei geeft de struik een goede start, maar kan ook tijdens zijn verdere leven een goede zaak zijn. In ideale omstandigheden hebben struiken gewoonlijk een gelijkmatige vorm. Maar allerlei factoren kunnen roet in het eten gooien: ziekte, beschadiging of scheefgroei kunnen bijvoorbeeld worden veroorzaakt door te veel schaduw, concurrentie van andere planten of wind uit een vaste richting. Het op de goede plaats knippen (en, zo mogelijk, het oplossen van de oorzaak van het probleem) is de sleutel tot het herstel van een evenwichtige omtrek. Begrip van de wijze van groeien en bloeien, en van het optimaal benutten van de decoratieve mogelijkheden met instandhouding van gezondheid en groeikracht geeft de snoei van struiken een zekere meerwaarde. Snoeien om het effect van bloemen en blad te verhogen moet altijd gebeuren zonder afbreuk te doen aan de natuurlijke groeiwijze.
Snoeitechnieken
Meestal geldt dat ongewenste groei liefst zo jong mogelijk wordt verwijderd. Bij de snoei van struiken gaat het echter vaak om knippen in verhoute delen, en dit dient even zorgvuldig te gebeuren als bij het snoeien van bomen, zodat de struik de grootste kans op een snel herstel heeft. Een snede moet glad zijn; gescheurd en gekneusd weefsel geneest slecht en geeft schadelijke organismen eerder ruim baan, waardoor de plant gevaar kan lopen. Een snede moet zo klein mogelijk zijn. Groter wonden genezen langezamer en verlenen ziekte intussen vrije toegang.
Snoeitijd
Terwijl vormsnoei en verjongingssnoei doorgaans het beste kunnen gebeuren in de rustperiode van een struik, hangt de optimale tijd voor snoei van een volgroeide struik bijna altijd van de bloeiwijze af. De leeftijd van de bloeischeuten is van cruciaal belang. Struiken die bloeien op scheuten van het lopende seizoen moeten gesnoeid worden voor de groei begint, eind winter of begin voorjaar. Struiken die bloeien op scheuten van het vorige seizoen, dus op twijgen, kunnen het beste na de bloei worden gesnoeid, zodat de nieuwe groei de tijd krijgt om zich te kunnen ontwikkelen ter voorbereiding op overwintering en bloei in het komende jaar.
Plaats van de snede
Bij struiken met tengenoverstaande knoppen knipt u de scheut recht af. Struiken waarbij de knoppen verspreid lansgs de scheuten staan, knipt u schuin af. Bij rechtzetten op een vervangende tak of scheut knipt u de tak recht af, parallel aan de richting van de nieuwe scheut.
Knip altijd zo dicht mogelijk bij de knop of scheut zonder hem te beschadigen. Knipt u te dicht op een knop, dan kan hij uitdrogen of doodgaan, en een zijscheut kan bij veel wind afbreken of knakken. Maar als u te ver boven knop of scheut knipt, zal de restrerende takstomp, die geen actieve knoppen bezit, afsterven en een infectiebron worden. Soms moeten de gesteltakken van een struik tot vlak boven de grond worden afgekniipt, waar geen knoppen te zien zijn. De snoei stimuleert echter slapende knoppen op de basis tot uitlopen, en er verschijnen nieuwe scheuten. Mocht er een takstomp zijn blijven staan, haal die dan weg.
Loop altijd vooruit op het soort groei dat de struik maakt in een reactie op de snoei. Bij alle planten stimuleert sterke snoei een krachtiger hergroei dan lichte snoei. Snoei bij het corigeren van de vorm van een struik zwakke scheuten sterk terug en krachtige scheuten licht. Bij het inkorten van scheuten is het vooral van belang de richting te zien waarin de scheut door uw ingrijpen zal groeien, anders zal het resultaat een plant zijn met kruisende takken en een dichtgegroeid hart.
Terugsnoeien op een verspreide knop
Kies een gezonde knop die de kant op wijst waar een scheut gewenst is. Vanaf de andere kant de stengel schuin afknippen oven het punt waar knop of scheut is aangezet – niet te schuin, want dan maakt u een grotere wond, die er langer over doet om te helen.
Meer weten over snoeien en leiden?
Lees dan meer in Terras's handboek Snoeien & Leiden