7 Tips voor één- en tweejarige zomerbloemen
Een- en tweejarige zomerbloemen zijn gemakkelijke planten, die in de tuin geen speciale verzorging vragen. In potten hebben ze wat extra aandacht nodig en dat geldt nog meer voor hanging baskets, die elke dag water nodig hebben. Om lang van zomerbloemen te genieten wordt aandacht besteed aan de verzorging.
Hieronder geven we 7 tips voor gunstige groeiomstandigheden voor vitale planten
Tip 1 : water
Voor planten in potten en bakken is voldoende water het meest belangrijk Bij een tekort aan water gaan planten slap hangen. Dat geeft stress en dit gaat weer ten koste van de vitaliteit, ook als ze later weer opfleuren. Verminderde vitaliteit maakt planten gevoeliger voor ziekten en aantastingen. Dagelijks controleren of de grond voldoende vochtig is, is nodig. Zelfs bij regenachtig weer.
Veel hemelwater bereikt de wortels onvoldoende door de bladeren. Regenwater is het beste voor planten, want dat bevat geen kalk. Giet op de aarde en niet 'over de kop'. Zomerbloemen in de tuin hebben alleen water nodig bij langdurig droog en warm weer.
Tip 2 : voeding
Omdat zomerbloemen in korte tijd een grote krachtinspanning moeten leveren, hebben ze voldoende voeding nodig. De eerste maand na het planten is de toegevoegde voeding in potgrond voldoende. Daarna kan vloeibare mest ('kunstmest') worden gebruikt. Wortels kunnen in water opgelost voeding direct opnemen. Voor terras- en blakonplanten zijn speciale samenstellingen te koop, bijvoorbeeld NPK 20-20-20. Dit zijn de hoofdelementen die planten nodig hebben, liefst aangevuld met MgO (magnesium). N (stikstof) bevordert de groei en geeft een mooie groene bladkleur, P (fosfor) stimuleert de wortelvorming en K (kalium) zorgt voor stevigheid en bevordert bloei en zaadvorming. Praktisch zijn voedingsstoffen die geleidelijk worden afgegeven en voor een heel groeiseizoen niet allen NPK bevatten, maar ook spoorelementen. Goed voor planten en handig in gebruik. Eenjarige planten in de volle grond zijn ook gebaat bij goede grond. Voeding in de vorm van compost of organische mest zoals gedroogde koemest of biologische meststoffen geven voeding aan de plant en zorgen tevens voor een goede conditie van de grond. Dat is belangrijk want grond is levende materie. Goede grond zorgt voor mooie planten. Biologische meststoffen werken langzamer dan direct opneembare anorganische mest.
Tip 3 : Uitgebloeide bloemen
Als planten zaad kunnen zetten, neemt de bloei af. In de natuur betekent zaadvorming de instandhouding van de soort en daarmee is de levenscyclus rond. Een- en tweejarige planten leven kort en bloeien uitbundig om hun voortbestaan te garanderen. Bij gebruik als sierplant wil je ze graag zo lang mogelijk in bloei houden. Dan helpt het om uitgebloeide bloemen weg te knippen. Dit prikkelt planten om nieuwe bloemknoppen aan te maken, want de drang om zaad te produceren is groot. Vooral hangmanden zijn vaak beplant met veel soorten. Als sommige planten erg groot of lang worden, is de combinatie niet meer in evenwicht. Dan wordt het tijd om te snoeien. Knip te lange stengels af zodat ze zich vertakken en weer bloemknoppen aanleggen.
Tip 4 : slakken
Huisjesslakken, maar vooral naaktslakken hebben het gemunt op zacht, sappig blad. Ze kunnen veel vraatschade aanrichten en zijn vooral 's nachts actief. Kopertape om potten en kopperringen rond kwetsbare planten helpt. Bij contact met koper voelen slakken een lichte prikkel, wat voldoende effect heeft om ze van de planten weg te houden. Eventueel kan een middel gebruikt worden, maar strooi geen slakkenkorrels met een giftige stof, want dat heeft indirect ook effect op dieren die slakken op hun menu hebben staan, zoals merels en lijsters, egels, kikkers en padden.
Tip 5 : Natuurlijke vijanden van bladluis
Als tuinier maak je graag onderscheid tussen nuttige en leuke beestjes zoals vlinders, zweefvliegen en hommels en schadelijke beestjes zoals blad- en schildluizen. In de natuur hebben ze allemaal hun plaats en functie, maar bij cultuurplanten zien we belagers liever gaan dan komen, zoals bladluis.
De meeste zaaibloemen hebben er niet veel last van, maar bijvoorbeeld Oost-Indische kers is gevoelig voor zwarte bonenluis. Met een stevige waterstraal kan je ze te lijf gaan, maar er zijn ook bondgenoten zoals inheemse lieveheersbeestjes.
Zowel de kevertjes als hun larven doen zich te goed aan bladluizen, evenals de larven van zweef- en gaasvliegen.
Larven van deze natuurlijke vijanden zijn zelfs als biologische bestrijding te koop. Omdat kevertjes overwinteren in dor blad en dode plantenstengels kun je de tuin het best niet te veel opruimen in de herfst. Een voorjaarsbeurt is beter. Lieveheersbeestjes worden al op de eerste zonnige dagen na de winter actief.
Tip 6 : vogels
In het voorjaar kunnen vogels zaad en zaailingen belagen, maar verder zijn ze vooral nuttig omdat ze bladluizen en (huisjes)slakken op het menu hebben staan. Merels en lijsters maken korte metten met huisjesslakken en mezen zijn op zoek naar planten en naar sappige bladluizen. Als kool- en pimpelmezen jongen hebben, krijgen die vele honderden bladluizen per dag. Zodra de jongen uitvliegen, gaan ze zelf op zoek naar bladluizen. Vogels hebben een groene tuin nodig met stekelige en wintergroene struiken en hagen om te nestelen, te slapen en voedsel te vinden. In de periode dat bladluizen zich sterk vermeerderen, zijn vogels het meest hongerig. Dat is dus mooi geregeld!
Tip 7 : Groencontainer
Plantenresten en ander tuinafval gaan bij vrijwel iedereen door gebrek aan ruimte voor een composthoop in de groencontainer. Gebruik je voor tuinafval een eigen container, laat het deksel dan op een kiertje staan. Dit geeft (nuttige) diertjes zoals cicaden, krekels, gaasvliegen, lieveheersbeestjes sen oorwormen de kans om naar binnen te kruipen.
Meer weten over zaaien & stekken, rijke bloeiers, hanging baskets, kwekers, borders, pot & bak of inspiratietuinen?
Bekijk alles in het boek