Tips voor een vogelvriendelijke tuin
Vogels bezorgen je niet alleen veel kijk- en luisterplezier, ze verlossen je ook van een pak (soms vervelende) insecten. Mezen eten bladluizen, en lijsters en merels smullen van slakken. Zorg voor genoeg eten en een fijne woonplek; je krijgt er een pak tsjilp- en fladderplezier voor terug.
Dol op bessen
Heb je wat struiken met bessen in de tuin, dan komen er gegarandeerd vogels op af. Merels zijn verzot op de bessen van het krentenboompje, de lijsterbes, meidoorn, hulst, dwergmispel, Gelderse roos… Appelvinken zijn dol op veldesdoorns en groenlingen houden van rozenbottels. Rode of blauwzwarte bessen zijn over het algemeen meer in trek dan witte of gele. De kleine bessen van de vlier en de rode kornoelje zijn goed te eten voor kleine vogels als mees en vink; met de grotere bessen van meidoorn en klimop kan de merel dan weer weg.
Tip
Heb je fruitbomen in de tuin, laat dan in de herfst wat fruit liggen. Merels, lijsters en spreeuwen zullen het maar wat graag opsmullen. Ook rozenbottels vormen 's winters een lekker vogelmaaltje.
Welkom!
Vanaf maart gaan de vogels op zoek naar een plek om hun eieren te leggen. Kijk welke vogels er in je tuin zitten en koop of maak een nestkast op basis daarvan. Het meest succes heb je bij pimpel- en koolmezen en roodborstjes, maar ook mussen vinden zo'n luxevilla wel fijn. In een kleine tuin volstaan een of twee nestkasten – vogels houden aan hun territorium. Weet dat merels, lijsters en vinken nooit in een vogelhuis wonen; ze maken hun nest liever zelf in bomen, hagen of stekelige planten.
Tip
Vogels kunnen flink dorst krijgen in de zomer. Zet een ondiepe drinkschaal op een plek waar poezen er niet makkelijk aankunnen, in de buurt van een boom, struiken of een haag. Ververs het water regelmatig; sommige vogels nemen er maar wat graag een badje in.
Het juiste huisje
De diameter van de opening bepaalt welke vogel erin komt: voor koolmeesjes maak je het gat zo'n 3 centimeter groot, voor pimpelmeesjes 2,8 centimeter en voor mussen 3,5 centimeter. Als je 3,2 centimeter neemt, zit je voor de meest courante vogels goed. Hang je vogelkast in een boom of tegen de tuinmuur, uit de volle zon, met de vliegopening weg van het zuidwesten: dat is de wind- en regenrichting. Zitten er katten in de tuin, hang de kast dan hoger dan 2 meter. Zorg dat er in de buurt bomen, (groenblijvende) struiken of klimplanten groeien. Maak de nestkast in september helemaal schoon: spoel met kokend water en laat goed drogen. Trek handschoenen aan, er zitten vaak vlooien in een nestkast.
Tip
Een dode struik of boom kan een heel waardevolle nestplek zijn, en een echt insectenbuffet vormen voor veel vogels. Laat een dode boom staan, tenzij hij een gevaar vormt.
Winterregime
Laat in de herfst en winter zo veel mogelijk uitgebloeide bloemen in je tuin staan. Kaardenbol, dropplant, grassen en sierdistels leveren eiwitrijke zaden voor vinken, mezen en sijsjes. Knip de zonnebloemen wél op tijd af, anders zijn de vogels in de vroege herfst al met de zaadjes weg. Laat de bloemen liever drogen en leg ze hartje winter weer buiten, op een moment dat de tuin nog maar weinig voedsel te bieden heeft.
Tip
Veel vogels die zich in de zomer als vleeseter gedragen, schakelen in de winter over naar een vegetarisch dieet, zoals de kool- en pimpelmees en ook merels. Gun ze een vleeshapje, en keer hartje winter je composthoop om. De ontelbare insectjes en wormen die tevoorschijn komen, vormen een godenmaal voor de vleeseters.