Busselwortelen zaaien en telen
Kweken van busselwortelen / bospenen:
Wortelen (Daucus carota) zijn op te delen in enkele grote groepen:
- Busselwortelen / bospenen
- Zomerwortelen / Losse wortelen / waspenen
- Winterwortelen / bewaarwortelen / breekpenen
- Parijse wortelen / ronde penen
Busselwortelen zijn het type van wortelen die worden verkocht in bussels met het loof er nog aan. Dit type van wortelen is zeer geschikt om reeds vroeg op het jaar te zaaien en te telen.
De losse wortelen zijn iets langer en grover dan busselwortelen, maar worden pas vanaf april gezaaid en komen dan ook later op het seizoen in de winkelrekken te liggen.
De winterwortelen worden gezaaid in de maand mei en kunnen worden geoogst vanaf oktober tot het einde van het jaar.
Parijse worteltjes zijn zeer korte worteltjes die amper groter zijn dan een radijs.
De vroege teelt (busselwortelen) en de zomerteelt is enkel geschikt voor onmiddellijke consumptie, terwijl de grovere winterwortelen eerder geschikt zijn als bewaarwortelen.
Elke van deze groepen hebben ook hun typische rassen die geschikt zijn om in de betreffende periodes te zaaien. Let er dus bij de aankoop van uw zaden op dat u een ras kiest die aansluit bij de periode dat u deze wenst te zaaien / oogsten. Bij de busselwortelen is het vooral het type 'Amsterdamse Bak' die het uitstekend doet. Dit type van fijne, cilindrische, mooi oranje gekleurde bospenen kun je zowel in de vollegrond als in de serre/kas kweken. Amsterdamse Bak en selecties (bv. Minicor, Napoli, Evora, Damco, Austria, Douceur, Mokum)
Diep bewortelbare bodem
Om mooie wortelen te oogsten is een goede grondvoorbereiding van minstens 30 cm diepte van groot belang. Hoe zwaarder de bodem, des te meer gevorkte penen je zal oogsten. Gevorkte penen zijn wortelen met veel vertakkingen. De oorzaak van de vertakkingen zijn voor de wortel moeilijk doordringbare bodemlagen, stenen,... Het is dus van belang de grond voor het zaaien goed luchtig en diep los te maken zodat de wortelen geen belemmeringen tijdens hun groeifase tegen komen. De bovenste 3 cm van het zaaibed moet daarbij extra fijn verkruimeld zijn. Kies bij voorkeur een perceel met een zonnige ligging. Bij veel zon is er minder loofgroei en meer wortelgroei. Goed waterdoorlaatbare zandbodems zullen in het vroege voorjaar sneller opwarmen en zijn voor de teelt van busselwortelen zeer geschikt. Spit geen compost of stalmest onder op het wortelperceel aangezien deze groente beter gedijt op een meststofarme bodem en deze organische meststof tevens de wortelvlieg zal aantrekken. Kies bij voorkeur percelen waarop het jaar ervoor gewassen hebben gestaan die wel veel mest nodig hadden. Een kleine hoeveelheid kunstmest kan wel worden toegediend indien je dit minstens een maand voor het zaaien doet zodat de tere worteltjes van de kiemplantjes er niet door verbranden. Bij het kiezen van een kunstmeststof let je op de dosis kalium die dubbel zo hoog mag zijn als die van stikstof. Stikstof staat in voor de bladgroei, maar we eten bij deze groente echter liever de wortelen en daar is de kaliumgift ideaal voor. Kaliumgiften kun je toedienen onder de vorm van vinasse, houtasse of patentkali. Houtasse is over het algemeen van berkenhout en bevat vooral kaliumcarbonaat.
Gevorkte of sterk vertakte wortelen bekom je sneller op zware bodems.
Zaaiperiode buswortelen
Hoe vroeger op het jaar je wortelen kan zaaien, des te minder kans je hebt op aantastingen van de wortelvlieg. De busselwortelen zijn dan ook aan te raden aangezien je ze al vanaf begin januari kan zaaien onder koud glas (= koude bak / serre van glas of plasticfolie zonder verwarming). Zaai de wortelen op regels of rijen met een afstand van 15 cm tussen de rijen en 3 cm in de rij. Zaai het zaad niet te diep (0,5 tot max. 1cm). De gekiemde zaailingen kunnen met gemak vrieskou met temperaturen tot -7°C verduren. De bodem heeft wel een temperatuur nodig van ca. + 7°C om de zaden te doen ontkiemen, maar onder koud glas of onder een plasticfolietunnel is dit op droge zandbodems zeker geen probleem. Zaai uw busselwortelen bij voorkeur op een zonnige dag. Na het zaaien kun je de bodem eventueel ook afdekken met een vliesdoek als extra bescherming tegen de kou en dus voor een snellere kieming. Na drie tot vier weken zie je de kiemplantjes verschijnen. De wortelen die je in januari onder glas kan zaaien kun je vanaf eind mei oogsten.
Kiemplantjes van wortelen.
Beschik je niet over een plastic tunnelserre of koud glas dan kun je alsnog wachten en de busselwortelen zaaien in februari. Het zaaibed kun je dan afdekken met een vliesdoek en daarboven een geperforeerde plasticfolie. Deze laatste kan dan vanaf midden maart worden weg gehaald. De wortelen die je nu buiten zaait zal je vanaf half juni kunnen oogsten.
Onderhoud van het wortelperceel
Het is belangrijk het perceel goed onkruidvrij te houden en de kiemplantjes goed te voorzien van het nodige vocht. Groeistilstand door een gebrek aan water moet vermeden worden, daar dit zorgt voor voze (= sponsachtig en zonder sap) of gescheurde penen. Let ook op bij het uitdunnen, dit geeft een enorme wortelgeur af waar de wortelvlieg onvermijdelijk op afkomt. Probeer te wieden tijdens regendagen en bij veel wind, dan is de wortelvlieg veel minder actief. Bij het uitdunnen trek je de plantjes best niet uit, maar nijp of snijd ze af en verwijder het getopte materiaal zo ver mogelijk van het perceel.Heel dun zaaien kan ook waardoor uitdunnen niet hoeft, doch geeft bij slechte ontkieming vele openstaande plekken op het bed.
Oogsten van de busselwortelen
De busselwortelen laten zich makkelijk uitsteken met een spitriek. Steek deze voldoende recht in de grond zodat je niet in de wortelen steekt. Licht de spitriek op en trek de wortelen aan het loof rechtop uit de grond.
Ziekten en plagen bij wortelteelt
De meest voorkomende wortelziekte is een aantasting van de wortelvlieg. Deze vlieg komt vanaf begin mei haar eitjes leggen op en rond de wortelhals. De maden die hieruit komen doen zich tegoed aan de wortelen waardoor er gangen in wortelen ontstaan. Je kunt de wortelvlieg bestrijden met een systemisch insecticide met lange nawerking voor de bestrijding van de meeste vretende en zuigende insecten in groenteteelt of je kan het biologisch aanpakken door ze te zaaien op een vrij open perceel waar de wind vrij spel krijgt of een fijnmazig insectengaas overheen uw wortelenperceel te plaatsen. Een ander biologische werkwijze om de wortelvliegen later op het seizoen te weren is door het planten van uien, bieslook, look of sjalot naast uw wortelenperceel. De geur van deze planten weert namelijk de wortelvlieg. Bij de teelt van onze busselwortelen is de kans op de wortelvlieg alleszins een stuk kleiner aangezien we deze reeds kunnen oogsten rond eind mei terwijl de eerste eitjes pas begin mei worden afgezet.Grote schommelingen van droge naar natte periodes kunnen de wortelen doen scheuren. Dit kun je voorkomen door uw bodem te bevloeien als het na enige tijd te droog dreigt te worden.
Tips
- Het zaaien kun je een stukje vergemakkelijken door het gebruik van zaailinten of gepileerde zaden (zaden met een coatinglaagje omheen waardoor het bolletjes zijn).
- Wortelen die te hoog boven de grond groeien krijgen groene koppen. Lichtjes met grond aanaarden kan dit voorkomen.